Wegens onderhoud aan de website is het klachtenformulier en het datalek formulier niet beschikbaar tussen 18:00 en 08:00 uur (maandagavond 25 tot dinsdagmorgen 26 augustus).
Close

Iemand met de ziekte van Parkinson krijgt stoornissen in het bewegen. Bevende handen zijn een bekend verschijnsel. Bij Parkinson kunnen ook symptomen van dementie ontstaan. 

Symptomen

Iemand met Parkinson kan last hebben van: 

  • Moe en zwak gevoel 
  • Bewegingen: 
  • moeite met schrijven, een arm of voet die ineens ‘op slot’ gaat, 
  • tremoren: handen die in rust hevig beven, 
  • trager bewegen, bewegingsarmoede, ook bekend als hypokinesie, zichtbaar aan:
    – vlakke gezichtsuitdrukking (maskergelaat)
    – monotone stem
    – stijve lichaamshouding en bovenlichaam dat naar voren helt
    – schuifelen en kleinere passen
    – minder hard en minder duidelijk spreken. 
  • Stemming: depressief, somber, angstig, lusteloos of verward 
  • Gedrag: dingen horen of zien die er niet zijn, ontremming (eten, kopen, gokken, seks
  • Lichaamsfuncties: verslikken, kwijlen, afvallen, verstopping, plasproblemen, duizeligheid 
  • Slaap: overdag moe en ’s nachts onrust en wakker liggen 

Oorzaak

In de middenhersenen bevindt zich een gebied dat de regie heeft over onze hersenen, de substantia nigra. Bij Parkinson gaan cellen in dit gebied verloren. Waarom dit gebeurt is niet bekend. Door het celverlies in de hersenen ontstaat er een tekort aan dopamine, een stofje dat onder andere zorgt voor een goede communicatie tussen de hersencellen.
Daarnaast bevinden zich bij Parkinson eiwitafzettingen in de hersencellen, de Lewy bodies. Parkinson is meestal niet erfelijk, maar kan wel vaker in een familie voorkomen. 

Parkinson en dementie

35-55% Van de mensen met Parkinson krijgt dementie. Parkinson-dementie ontstaat in het hersengebied dat door de ziekte van Parkinson is aangetast, en begint meestal 10 tot 15 jaar na het begin van de ziekte. Mannen hebben er meer kans op dan vrouwen. Lewy Body dementie en de ziekte van Parkinson zijn aandoeningen die hetzelfde ontstaansmechanisme hebben. We spreken van Lewy Body dementie als de verschijnselen van dementie ontstaan voordat de motorische verschijnselen ontstaan.
Als uw naaste met de ziekte van Parkinson ook dementie ontwikkelt, merkt u dat bijvoorbeeld aan: 

  • Trager denken en spreken 
  • Problemen in planning, concentratie, probleemoplossing, of multi-tasken 
  • Problemen met afremmen of opstarten van bewegingen 
  • Minder vermogen tot improvisatie of handelen bij onverwachte gebeurtenissen 
  • Geheugenproblemen bij het ophalen van herinneringen. Herkennen van informatie en het opslaan ervan gaat meestal nog vrij goed 
  • Minder vermogen tot abstract denken: slechter in staat om zich een voorstelling te maken van zaken en begrippen die niet met zintuigen zijn waar te nemen, zoals ‘cultuur’, ‘familie’ of ‘oneindig’ 
  • Bij sommige mensen met Parkinson lijkt de dementie meer op de ziekte van Alzheimer. 

Verloop ziekte van Parkinson

Parkinson is een progressieve ziekte die langzaam verloopt. De ziekte treft vooral mensen ouder dan 50 jaar. Er bestaat tot dusver nog geen genezend medicijn voor. Wel zijn er medicijnen die verschijnselen onderdrukken, zoals medicijnen die het tekort aan dopamine aanvullen. Dat zorgt (tijdelijk) voor een betere communicatie tussen de hersencellen, waardoor klachten (tijdelijk) verminderen. Als medicijnen niet meer helpen, kan hersenstimulatie een optie zijn. Daarbij worden ziekteverschijnselen onderdrukt middels het toedienen van elektrische pulsjes. 

Geriatrie: Niet-motorische verschijnselen bij Parkinson 

Wat kan de geriater voor u betekenen? 

Algemeen

De ziekte van Parkinson wordt vooral gezien als een bewegingsstoornis. Toch zijn er ook vaak niet-motorische verschijnselen. Die zijn niet altijd zichtbaar. De neuroloog verwijst vaak naar de geriater als er een vermoeden bestaat op de aanwezigheid van niet-motorische verschijnselen.

Wat doet de geriater? 

Patiënten met de ziekte van Parkinson die bij de geriater komen bevinden zich meestal al in een gevorderd stadium van de ziekte. Dan zijn er naast de motorische symptomen, zoals bewegingsstoornissen, vaak ook psychische en andere symptomen aanwezig. De medicatie die gegeven wordt bij Parkinson om de bewegingsstoornis onder controle te krijgen, kan ook leiden tot bijwerkingen. De medicatie zal dan zorgvuldig aangepast en soms ook gestopt moeten worden.
De geriater is deskundig in het signaleren, onderzoeken en behandelen van diverse problemen op lichamelijk en psychisch gebied (zoals psychoses, dementie, vallen, slik- en eetproblemen) en achteruitgang in het algeheel functioneren.

Niet-motorische verschijnselen bij Parkinson 

Vermoeidheid

Bij de ziekte van Parkinson kost alle inspanning meer energie, onder andere door de traagheid en stijfheid van de spieren. Vermoeidheid is onderdeel van de ziekte. Het is niet de vermoeidheid na een flinke inspanning. Er zijn diverse factoren die de vermoeidheid kunnen versterken, zoals een sombere stemming, slecht slapen ’s nachts en het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals bètablokkers. Kortdurend uitrusten overdag (de zogenaamde powernap) kan helpen.

Droge ogen

Omdat het knipperen van de oogleden afneemt, kunnen de ogen wat uitdrogen. Oogknipperen is namelijk nodig om het traanvocht regelmatig over de oogbol te verdelen. Te droge ogen kunnen gemakkelijker ontsteken of geïrriteerd raken. Wanneer dat gebeurt, kan het goed zijn om enkele malen per dag ‘kunsttranen’ (methylcellulose oogdruppels) in de ogen te druppelen. Ook bij droge ogen ten gevolge van het gebruik van sommige Parkinsonmedicijnen (anticholinergica) kan het gebruik van kunsttranen goed helpen. 

Slaapstoornissen

Veel mensen met de ziekte van Parkinson hebben slaapproblemen. Inslapen gaat meestal wel goed. De problemen bestaan vooral uit een gefragmenteerde slaap, waarbij patiënten vaak wakker zijn en korte slaapjes doen van twee tot drie uur. Daarnaast zijn er andere klachten die de slaap kunnen beïnvloeden, zoals vaak moeten plassen of het niet goed kunnen omdraaien in bed door stijfheid. Ook komen tijdens de slaap soms nog nachtelijke spierschokken (myoclonieën) en ritmische beenbewegingen (Periodic Limb Movements of Sleep, PLMS) voor. Een bijzonder verschijnsel is een onrustige droomslaap met soms heftige bewegingen en roepen of schreeuwen.

Verminderde smaak en reuk 

Slechter kunnen ruiken kan één van de eerste symptomen van de ziekte van Parkinson zijn. Hierbij is de smaak vaak ook verminderd, waardoor eten minder lekker smaakt. Soms gaan mensen hierdoor slechter eten en vallen ze af. De diëtist kan adviezen geven om op gewicht te blijven.

Misselijkheid, maagdarmklachten, obstipatie

Bij de ziekte van Parkinson gaan de maag en darmen vaak trager werken. Het gevolg is obstipatie (verstopping) en soms misselijkheid of een vol gevoel. Om de ontlasting goed op gang te houden is het van belang voldoende te drinken, voldoende te bewegen en soms is het nodig om laxeermiddelen te gebruiken. De Parkinsonmedicijnen kunnen ook misselijkheid geven. Soms is aanpassing van de medicatie nodig.

Plasproblemen

Veel parkinsonpatiënten hebben problemen bij het plassen. De problemen zijn uiteenlopend. Het vaak ’s nachts uit bed moeten om te plassen (nycturie) komt vaak al vroeg in het ziekteproces voor. Dit zorgt voor een forse verstoring van de nachtrust. De werking van de blaas wordt door de ziekte van Parkinson beïnvloed. De aansturing van de blaasspier verloopt niet goed. De spier die de blaas samentrekt, is vaak wat overactief. Hierdoor ontstaat er al een reflex om te plassen als de blaas nog maar ten dele is gevuld. Dit leidt tot een regelmatige aandrang om te plassen. Daarnaast is het niet goed kunnen legen van de blaas een belangrijke risicofactor voor een blaasontsteking. De angst voor urine-incontinentie, of daadwerkelijk ongewild urineverlies, maakt iemand onzeker, dit leidt nog wel eens tot sociale isolatie (zich terugtrekken). Bij de ziekte van Parkinson kunnen ook erectiestoornissen voorkomen

Pijn

Pijn komt bij een deel van de parkinsonpatiënten voor. De pijnklachten kunnen heel divers zijn en zitten vooral in de spieren en gewrichten. Pijn kan een regelrecht gevolg zijn van de ziekte, maar ook van het uitgewerkt raken van Parkinsonmedicijnen. Soms wordt geprobeerd de pijn te verminderen door aanpassing van de medicatie

Hevig transpireren

Dit komt doordat de normale functie van talg- en zweetklieren in de huid verstoord raakt. Dat leidt tot een toegenomen productie van huidsmeer, waardoor vooral het gezicht opvallend vettig kan zijn. Overmatig transpireren kan ook optreden als Parkinsonmedicijnen uitgewerkt raken, of als er extra ongewilde bewegingen ontstaan als gevolg van de medicijnen

Lage bloeddruk en vallen

Bij orthostatische hypotensie daalt de bloeddruk fors als iemand gaat staan of lopen, waardoor er duizeligheid kan optreden en iemand kan vallen. Ook kan de bloeddruk bij zitten of liggen spontaan veranderen

Hallucinaties en wanen

Hallucinaties zijn waarnemingen (zien, ruiken, horen en/of voelen) die niet berusten op de werkelijkheid. Mensen met de ziekte van Parkinson kunnen dingen zien die er niet zijn. Deze hallucinaties zijn in het begin meestal niet angstaanjagend, maar kunnen wel vervelend zijn. Als hallucinaties optreden, moet altijd gekeken worden of er uitlokkende factoren zijn, zoals uitdroging en infectie. Naast hallucinaties kunnen er ook wanen ontstaan, dit zijn gedachten die niet op de werkelijkheid berusten. Veel wanen leiden tot achterdocht

Angst

Angst kan zich op diverse manieren uiten. Mensen kunnen snel nerveus en prikkelbaar zijn, hetgeen gepaard gaat met opstandig of agressief gedrag. Vooral drukte en lawaai kunnen dit uitlokken. De angst kan ook sterk samenhangen met de inname van medicijnen en kan dan vooral optreden als ‘off-periode’-fenomeen

Depressie

Bij een depressie is er sprake van een allesoverheersende neerslachtigheid, waarbij iemand geen plezier meer beleeft aan de normale activiteiten. Daarnaast zijn er vaak slaapstoornissen, een gevoel van minderwaardigheid en een algeheel gevoel van malaise en futloosheid. Daarbij kunnen er ook allerlei vage lichamelijke klachten ontstaan. Een depressie komt regelmatig voor bij de ziekte van Parkinson, maar wordt niet altijd tijdig herkend. Soms is een depressie het eerste teken dat iemand aan de ziekte lijdt. Ook later in het ziekteproces kan een depressie optreden

Impulsief gedrag

Impulsief gedrag kan ontstaan als gevolg van bepaalde medicijnen (dopamine agonisten) Impulscontrolestoornissen kunnen zich op verschillende manieren uiten, bijvoorbeeld als gok-, seks- of koopverslaving. Dit komt vooral bij jonge mannelijke patiënten voor. Het is door schaamte vaak moeilijk om over deze symptomen te praten. Dit is echter wel van belang, omdat het kan verbeteren door aanpassing van de medicatie. 

Cognitieve stoornissen/dementie

Bij de ziekte van Parkinson kunnen veranderingen in geheugen, aandacht, planning en ruimtelijk inzicht voorkomen, die ook wel cognitieve stoornissen genoemd worden. Als deze cognitieve stoornissen leiden tot problemen in de uitvoering van allerlei dagelijkse taken (zoals wassen, aankleden en eten), kan de diagnose dementie worden gesteld. Dit noemen we Parkinsondementie (PDD). Parkinsondementie heeft andere verschijnselen dan dementie bij de ziekte van Alzheimer.
Veel patiënten met de ziekte van Parkinson ervaren al cognitieve veranderingen vanaf het begin van de ziekte, maar dan nog in een milde vorm. Al vanaf het begin kan het uitvoeren van verschillende taken tegelijk moeilijk zijn (‘multitasking’). Traagheid en moeilijk kunnen switchen van de ene naar de andere taak zijn dan vaak al aanwezig. Dit is merkbaar bij een complexe handeling zoals autorijden. 

Veel voorkomende klachten

  • Vergeetachtigheid; met name problemen met het kortetermijngeheugen 
  • Verminderde aandacht; het richten van de aandacht op een bepaalde bezigheid kost moeite. Ook het vasthouden, het verdelen en het verplaatsen van aandacht is moeilijk. In grotere gezelschappen waar de gespreksonderwerpen snel wisselen, is het moeilijk de draad van het verhaal vast te houden 
  • Verminderd ruimtelijk inzicht, waardoor het bijvoorbeeld moeite kost om afstanden te schatten (bijvoorbeeld tussen traptreden) of een kubus na te tekenen 
  • Planningsproblemen; moeite met omschakelen van de ene taak naar een andere. Dat omschakelen is nodig wanneer men tijdens een gesprek plotseling even op iemand anders moet reageren

Overmatige slaperigheid overdag 

Slaperigheid of overdag in slaap vallen kan veroorzaakt worden door medicijnen, maar ook door gebrek aan prikkels (afleiding). Dit is erger als er aandachtsproblemen zijn. Activering is dan nodig. 

Autorijden met de ziekte van Parkinson 

Heeft u de ziekte van Parkinson? Dan kunt u moeite hebben met bewegen, concentreren of uw geheugen. Dit kan invloed hebben op hoe u rijdt. Het is daarom verstandig uw gezondheidssituatie aan het CBR door te geven. Dit doet u door een Gezondheidsverklaring in te vullen. Wij bepalen daarna of u gezond genoeg bent om veilig te kunnen rijden. 

Wanneer geef ik door dat ik Parkinson heb? 

U vult in ieder geval een Gezondheidsverklaring in als u een rijbewijs wilt halen. En in sommige situaties ook als u uw rijbewijs wilt verlengen. Heeft u al een rijbewijs en daarna Parkinson gekregen? Of wordt uw situatie erger? Dan kunt u dit ook het beste aan ons doorgeven. Meer hierover leest u op de pagina Rijden met een aandoening of beperking. 

Op de pagina Stappen bij een rijbewijskeuring vindt u wat er gebeurt nadat u een Gezondheidsverklaring heeft ingevuld. Twijfelt u of u aan ons moet doorgeven dat u Parkinson heeft? Overleg dan eerst met uw behandelaar. Die kan u adviseren wat verstandig is. 

Mag ik (blijven) rijden met Parkinson? 

Of u mag rijden, hangt af van de uitkomst van de rijtest. 

Naar wat voor arts ga ik voor de keuring? 

U gaat naar een neuroloog voor onderzoek. Dit mag ook uw eigen neuroloog zijn. Kan of wil die de keuring niet doen? Zoek dan een neuroloog via onze specialistenzoeker. 

Moet ik een rijtest doen als ik Parkinson heb? 

Als u Parkinson heeft, dan doet u altijd een rijtest. Heeft u een Deep Brain Stimulator (DBS)? Dan mag u deze aan laten staan als u de rijtest doet. 

Als ik mag rijden met Parkinson, voor hoelang krijg ik dan een rijbewijs? 

Als u mag rijden, dan krijgt u het besluit rijgeschikt voor een bepaalde tijd en/of onder voorwaarden’. Uw rijbewijs is dan maximaal 5 jaar geldig. Het kan ook zijn dat u alleen mag rijden voor privégebruik (code 100). Bij het verlengen van uw rijbewijs moet u opnieuw worden gekeurd. 

Ik mag niet (meer) rijden door mijn Parkinson. Wat nu? 

Als u niet meer mag rijden, dan kan dit erg vervelend zijn. Het kan namelijk grote invloed hebben op uw dagelijks leven. U kunt kijken naar andere manieren van reizen
Verbetert uw medische situatie? Dan kunt u dit altijd bespreken met uw behandelaar. Die kan u adviseren of een nieuwe beoordeling door het CBR zinvol is.  

Wat staat er in de wet over rijden met Parkinson? 

In paragraaf 7.4.3 van de Regeling eisen geschiktheid 2000 leest u welke regels gelden bij Parkinson. Heeft u vragen hierover? Overleg dan met uw arts of neem contact met ons op. Lees ook meer over uw eigen verantwoordelijkheid en meldplicht. 

Meer informatie 

Informatie is ontleend aan: 

  1. Alzheimer Nederland, https://www.alzheimer-nederland.nl/ (geraadpleegd september 2019) 
  2. Alzheimer Nederland, https://dementie.nl/ (geraadpleegd september 2019) 
  3. Stichting ParkinsonFonds, https://www.parkinsonfonds.nl/over-de-ziekte-van-parkinson/ (geraadpleegd september 2019) 
  4. https://www.cbr.nl/nl/rijden-en-uw-gezondheid/parkinson 

 Voor hulp en advies

Vragen

Heeft u vragen? Neem dan contact op met uw behandelend arts. 

Augustus 2025  

Het Patiëntenportaal van ZorgSaam Ziekenhuis

Een online omgeving waar u als patiënt veilige toegang heeft tot een gedeelte van uw medisch dossier. In overleg met o.a. de medisch specialisten breiden we de onderdelen van het Patiëntenportaal stap voor stap uit. We verbeteren én vernieuwen, zodat u steeds meer mogelijkheden heeft. Krijgt u zorg van ons? Bezoek regelmatig het Patiëntenportaal om informatie in te zien.