Niets is aangrijpender dan de geboorte en de dood, het begin en het einde van het leven. Als een kindje vóór de geboorte, tijdens de bevalling of kort daarna overlijdt, vallen deze gebeurtenissen samen. Dat gebeurt ook als een gewenste zwangerschap wordt afgebroken omdat het ongeboren kindje een ernstige afwijking heeft.

Het verlies van een kindje is een van de meest ingrijpende soorten verlies waarmee een mens te maken kan krijgen, ook als het tijdens de zwangerschap of rond de bevalling gebeurt. Het verdriet om een overleden kindje is eindeloos groot. Alle toekomstverwachtingen zijn plotseling verloren.

Het ouderschap begint voor veel ouders steeds vroeger. Vaak al vóór de zwangerschap praten en fantaseren twee mensen erover hoe hun leven straks zal veranderen. Echoscopisch onderzoek maakt het kindje al zeer vroeg in de zwangerschap zichtbaar. Zo ontstaat al snel een band tussen de toekomstige ouders en de baby.

Veel zwangeren houden in de eerste drie maanden rekening met een miskraam, maar ze weten dat de kans dat het daarna misgaat erg klein is. Vanaf de vierde maand wordt de zwangerschap dan ook steeds meer realiteit en durven de aanstaande ouders intenser te genieten. Toch overlijdt nog ongeveer één op de honderd kinderen tijdens het verdere verloop van de zwangerschap of rond de bevalling.

Deze brochure is bedoeld voor ouders die hun kindje tijdens de zwangerschap of rond de bevalling verliezen. Ook het ‘vrijwillig’ afbreken van een gewenste zwangerschap omdat het kind een ernstige aangeboren afwijking heeft of om andere medische redenen, wordt besproken. Zowel praktische als emotionele zaken komen aan bod.

Deze brochure kan uw gesprekken met mensen uit uw omgeving niet vervangen, maar misschien ondersteunen. Uw eigen omgeving kan u het meeste steunen. Uw familie, vrienden en kennissen kunnen deze brochure ook lezen om u zo goed mogelijk bij te staan. Eerst wordt een aantal begrippen besproken. Daarna gaan wij in op de periode rond het slechte nieuws en de bevalling.

Tot slot bespreken we de verwerking van dit ingrijpende verlies op langere termijn. Aan het eind vindt u namen en adressen van enkele organisaties die u misschien behulpzaam kunnen zijn. Ook vindt u titels van boeken over dit onderwerp. In de literatuur is het verlies van een kind een regelmatig terugkerend onderwerp. Aan het eind van de brochure vindt u enkele gedichten en een stuk tekst. In de tekst worden ook uitspraken van ouders geciteerd (cursief gedrukt).

2. Enkele begrippen

2.1 Doodgeboorte

Dood geboorte is de geboorte van een kindje welk is overleden tijdens de zwangerschap (intra-uteriene vruchtdood) of rond de bevalling. Als blijkt dat het kindje in de baarmoeder niet meer leeft, kunt u in overleg met de gynaecoloog een spontane bevalling afwachten of kan de bevalling worden ingeleid, zodat het kindje wordt geboren. Het definitief  afscheid nemen wordt nu werkelijkheid.

2.2 Zwangerschapsafbreking na prenatale diagnostiek

Prenatale diagnostiek is onderzoek tijdens de zwangerschap naar mogelijke aangeboren afwijkingen bij het ongeboren kind. Ouders die de moeilijke beslissing hebben genomen om de zwangerschap af te breken in verband met een ernstige aandoening of afwijking van hun ongeboren kindje, verliezen daarmee meestal een zeer gewenst kindje. Het verdriet en de verwerking van het verlies zijn vergelijkbaar met dat van ouders van wie het kindje ‘spontaan’ levenloos geboren wordt of  kort na de bevalling overlijdt. Daarom wordt in deze brochure geen verschil gemaakt tussen deze situaties.

3. Rouw en gevoelens die u kunt hebben

Iedereen maakt in zijn leven verliesmomenten mee. Alhoewel de zwaarte en de omstandigheden ervan verschillen, gaan ze altijd gepaard met gevoelens van rouw en verdriet.

3.1 Ongeloof, ontkenning, verdoving

De meest gehoorde reactie van ouders wanneer zij te horen krijgen dat hun kindje overleden is of een ernstige afwijking heeft, is: ‘Dat kan niet waar zijn!’, ‘Dat overkomt ons toch niet?’ Ouders willen en kunnen zich niet realiseren, dat dit kindje niet meer leeft, niet levensvatbaar is of een zeer ernstige afwijking heeft. Dit gevoel van ongeloof en ontkenning is een normale reactie die qua tijdsduur voor iedereen verschillend kan zijn.

3.2 Zoeken naar een schuldige; woede en protest

Ouders zoeken vaak een schuldige voor de dood van hun kindje. Dat kan om het even wie zijn: de arts, de verloskundige, hun partner, de werkgever, maar ook het kindje of zijzelf. Ook kan hun boosheid zich richten op een hogere macht (God, het Noodlot). De vraag naar het ‘waarom’ staat dan op de voorgrond. Ouders zoeken oorzaken voor de slechte afloop. Niet zelden hebben vooral vrouwen een gevoel van schuld of tekortschieten. Het is heel belangrijk deze gevoelens te uiten bij vrienden, familie en hulpverleners: dat lucht vaak op. Bespreekbaar maken van gevoelens helpt om verder te kunnen in het rouwproces

3.3 Hevig verdriet

Bijna alle ouders hebben hevig verdriet met gevoelens van wanhoop en leegte. Ze zijn heel erg bezig met het beeld van het dode kindje en met het verlies van alle toekomstverwachtingen. Toch zijn de emoties van hevig verdriet een gezond, natuurlijk en noodzakelijk onderdeel van het rouwen. Niet zelden treden ook lichamelijke of psychische klachten op; ze worden ook in deze brochure beschreven. Verdriet steekt vaak ook later weer de kop op, zoals bij de uitgerekende geboortedatum, bij de ‘verjaardagen’ van het overlijden, of bij de geboorte van een kind in de nabije omgeving.

3.4 Het verloop van het rouwproces

Het verlies van een dierbare en zeker een eigen kindje vraagt meestal een lange en intensieve rouwperiode. Verdriet uit zich bij ieder mens verschillend; er bestaat geen algemene manier van rouwen. Het is belangrijk dat u dit verdriet bij U zelf toelaat, het durft te ervaren en het met elkaar en met anderen uit uw nabije omgeving deelt.

Dit alles heeft tijd nodig. Eerst moet u de realiteit van het verlies aanvaarden. De pijn zal eerst heel hevig zijn, maar gaandeweg aan scherpte verliezen. Langzamerhand krijgt uw kind een eigen plaats en u kunt het geleidelijk loslaten. Er komt weer ruimte voor andere mensen, andere bezigheden en plannen voor de toekomst.

4. Het slechte nieuws

4.1 De mededeling

Vaak komt het slechte nieuws als een donderslag bij heldere hemel. Bij de zwangerschapscontrole blijkt de arts of verloskundige de hartslag van het kind niet te kunnen vinden. Soms is er een periode van minder leven geweest, of had u het gevoel dat er iets niet in orde was. Echoscopisch onderzoek laat dan zien dat het hartje inderdaad niet meer klopt. Ook slecht nieuws als uitslag van prenataal onderzoek komt vaak onverwacht. Al werd het onderzoek gedaan in verband met een verhoogd risico op een kind met een erfelijke aandoening of aangeboren aandoening of afwijking, de meeste aanstaande ouders gaan er (meestal terecht) van uit dat de uitslag wel gunstig zal zijn.

Voor iedereen is de mededeling een heel grote schok. In een gesprek met een gynaecoloog krijgt u voor zover mogelijk meteen informatie over de oorzaak van het overlijden en de gang van zaken bij de bevalling. Soms is de oorzaak niet direct vast te stellen en wordt verder onderzoek verricht om aanwijzingen te vinden voor de doodsoorzaak. Ook wordt soms vruchtwateronderzoek naar een chromosoomafwijking gedaan. Bij een ongunstige uitslag van prenatale diagnostiek gaat de gynaecoloog in op de gevonden afwijkingen en de gevolgen daarvan.

Het horen van het slechte nieuws roept uiteenlopende gevoelens op. De eerste reactie is er vaak een van ongeloof, zoals al eerder beschreven. Sommige ouders voelen zich in een soort shocktoestand, alsof ze verdoofd of verlamd zijn: zij kunnen of willen zich niet realiseren dat het kind inderdaad dood is of een ernstige afwijking heeft. Dit is een onbewuste bescherming tegen al te grote ellende. Anderen voelen misschien meteen boosheid en opstandigheid of voelen zich schuldig tegenover het kind of hun partner.

4.2 Hoe verder?

Als er geen medische reden bestaat voor een directe ziekenhuisopname, kunt u wachten tot de bevalling spontaan op gang komt. Hoe lang dit duurt, is meestal moeilijk te voorspellen: soms gebeurt het na een paar dagen, maar het kan ook een paar weken duren. Een andere mogelijkheid is het op gang  brengen (inleiden) van de bevalling. Voordat dit gebeurt, krijgt u vaak het advies nog enige tijd naar huis te gaan. U heeft een wettelijke bedenktijd van 5 dagen. Zo krijgt u de kans de eerste schok zo goed mogelijk te verwerken in uw eigen omgeving. U kunt beslissen wie u alvast wilt informeren: ouders, uw eventuele oudere kinderen, verdere familie, vrienden of bekenden. Ook kunt u met hen bespreken welke hulp of steun u prijs stelt. Meestal zijn er ook een aantal praktische zaken te regelen, zoals uw werkzaamheden buitenshuis of de opvang van andere kinderen. Het is verstandig ook de huisarts in te lichten (of de verloskundige of gynaecoloog te vragen dit te doen). De eerste tijd na het slechte nieuws is vaak onwezenlijk. In uw lichaam verandert er meestal niets. Sommige vrouwen voelen zich dan ook door hun lichaam in de steek gelaten. ‘Waarom heeft mijn lichaam niet laten merken dat er iets mis was?’ Iedere situatie is uniek en de gynaecoloog geeft uitleg over welk behandelplan in uw situatie wordt voorgesteld.

5. De bevalling

5.1 Waarom geen keizersnede?

De eerste (zeer begrijpelijke) reactie meteen na het slechte nieuws is vaak de vraag om ‘zo snel mogelijk het kind eruit te halen’, het liefst via een keizersnede. Het idee om een dood kindje te dragen of een ‘gewone bevalling’ te moeten doormaken is vaak ondraaglijk.

Medisch gezien is een onnodige operatie niet verantwoord. De ervaring leert dat een bevalling via de natuurlijke weg belangrijk is voor het rouwproces. De geboorte beleeft u als werkelijkheid en niet als iets wat u vaag overkomt. Sommige moeders houden aan de bevalling ook het gevoel over écht iets voor hun kindje gedaan te hebben. Heel soms zien moeders/ouders toch erg op tegen een bewust meegemaakte bevalling. Goed overleg met de behandelend arts(en) is hier van het allergrootste belang om, indien gewenst, te zoeken naar andere wegen en oplossingen voor het verloop van de afbreking.

5.2 In het ziekenhuis

Als de bevalling uit zichzelf begint, als u besluit tot een inleiding of als er een medische noodzaak bestaat, wordt u in het ziekenhuis opgenomen. U bevalt in een kraamsuite, een kamer op de afdeling verloskunde. Dit verschilt per ziekenhuis. De kraamsuite is een aparte kamer, waar uw partner ook bij u kan zijn. Het horen of zien van pasgeboren kinderen op een verloskundeafdeling is vaak pijnlijk, maar u krijgt er ook na ontslag uit het ziekenhuis mee te maken.

Als de weeën worden opgewekt gebeurt dit door middel van vaginale tabletten (Misoprostol) of met een infuus met medicijnen (prostaglandinen). De bevalling kan binnen 24 uur plaats vinden, maar twee dagen wachten is niet ongebruikelijk. Vooral bij een korte zwangerschapsduur kan het een enkele keer nog langer duren. Dit betekent niet dat u de hele tijd pijnlijke weeën heeft. Vaak duurt het een tijdje voor ze op gang komen. Over het algemeen krijgt u pijnstillende middelen als u daarom vraagt. Het is belangrijk dat u zelf op tijd aangeeft wanneer de pijn te hevig wordt. Er zijn verschillende middelen om de pijn te verlichten: een injectie (nalbufine) of een epiduraal (ruggenprik). Vaak wordt u van zo’n prik wat slaperig. Bij een epiduraal is het onderste deel van uw lichaam verdoofd, maar u maakt de bevalling bewust mee.

Bij een ingeleide bevalling met prostaglandinen of Misoprostol (Cytotec) verloopt de ontsluiting (het opengaan van de baarmoedermond) vaak anders dan bij een gewone bevalling. Lange tijd lijkt er nauwelijks iets te gebeuren, en dan vrij plotseling is er sprake van volkomen ontsluiting en persdrang. Als het kindje erg klein is, kan dit betekenen dat de arts net te laat is om bij de bevalling aanwezig te zijn. Een verloskundige en verpleegkundige staat u dan zolang bij. Niet zelden blijft na afloop de placenta (moederkoek) in de baarmoeder vastzitten, zeker als de zwangerschap nog niet zo ver gevorderd was. De gynaecoloog maakt dan de placenta tijdens een (korte) narcose op de operatiekamer los.

5.3 De rol van de partner

De partner maakt de bevalling ook mee. Alleenstaande vrouwen kunnen een dierbare vriend of vriendin meenemen. U heeft een eigen kamer waar uw partner ook kan blijven slapen tijdens de hele opnameduur, zodat u tijdens de hele opnameduur bij elkaar kunt zijn. Partners voelen zich soms overbodig, onzeker en ook machteloos. Naast hun eigen verdriet moeten zij toezien hoe hun geliefde pijn lijdt. Mannen denken soms dat zij de sterke figuur moeten zijn, maar het is belangrijk dat ook zij hun emoties tonen en delen.

5.4 Overlijden van uw kind tijdens de bevalling of kort daarna

De dood van een kindje tijdens de bevalling is, net als het overlijden tijdens de zwangerschap, een onverwachte gebeurtenis. Soms is de zwangerschapsduur te kort, en is het kind niet levensvatbaar. In andere gevallen is er sprake van een medische complicatie die niet goed te voorzien of te voorkomen was. Als de zwangerschap voorspoedig verliep, is dat wel het laatste wat u verwacht had. Het verdriet is even groot als bij het overlijden van een niet-geboren kindje.

5.5 Het contact met uw overleden kind

Kennismaken en tegelijkertijd afscheid nemen: er is geen situatie te bedenken waarbij dit meer speelt dan bij de geboorte van een levenloos kind. U heeft maar weinig tijd om beelden en herinneringen vast te leggen. De hulpverleners in het ziekenhuis zullen u hierbij steunen. ‘Als je zwanger bent, denk je toch niet na over dit soort dingen? Je weet echt niet wat nou allemaal belangrijk en wat mogelijk is.’

Het zien en vasthouden van uw overleden kindje is een van de mogelijkheden om een zo goed en duidelijk mogelijk beeld van uw kindje te krijgen. ‘Je kunt ’t maar één keer doen en overdoen is niet meer mogelijk. Daarom is het goed om hierover van te voren te praten om alles te doen zoals jij dat wilt. Dan kun je daar later ook geen spijt van krijgen.’

De meeste ouders vinden achteraf dat hun kind er in werkelijkheid mooier uitzag dan zij hadden verwacht. Dat het kind bijvoorbeeld haartjes en nageltjes heeft, maakt diepe indruk en ontroert zeer. Veel ouders genieten ervan in het kind gelijkenissen te zoeken met zichzelf of hun andere kinderen. Vaak leidt dit ondanks het grote verdriet tot een gevoel van trots. Ook als uw kindje zichtbare afwijkingen heeft, kunt u het vasthouden of aanraken. U zult achteraf toch proberen u een voorstelling te maken en meestal is de werkelijkheid minder erg dan verwacht. Veel ouders die het aanvankelijk eng vonden, vertellen achteraf dat hun gevoel positiever werd, naarmate zij het kindje langer bekeken. Soms zijn er gemengde gevoelens, al heeft het zien van het kindje voorkomen dat zich ergere fantasiebeelden opdrongen. ‘Je gaat toch naar de mooie dingen van zo’n kindje kijken, en die hou je in gedachten.’

Als een kindje enkele dagen overleden is, laat de huid los (maceratie). Ook de schedel is vaak erg slap. Soms is bij het afbreken van een gewenste zwangerschap belangrijk dat u ziet dat de voorspelde afwijkingen er ook echt zijn en dat u dus een ‘goede’ beslissing heeft genomen. Het gebeurt tegenwoordig nauwelijks meer dat ouders hun kindje niet zien. Vroeger raadde men het zien vaak af omdat men dacht dat het beter was. Velen hebben daar jaren later nog spijt van.

Om nog meer contact met uw kindje te hebben, kunt u het zelf wassen of erbij zijn als de verpleegkundige dat doet. Ook kunt u zelf voor kleertjes of een omslagdoek zorgen, een mooie geborduurde doek, een lievelingssjaal of iets dat u bij de bevalling droeg. Uw kindje kan in een koelwieg of gekoeld mandje bij U op de kamer blijven, een nieuwe methode is de wateropbaring waarbij uw kindje in gekoeld water wordt gelegd, maar uw kindje kan ook in het mortuarium verblijven. U kunt altijd uw kindje zien, we kunnen uw kindje altijd voor U halen. Het is belangrijk uw gevoel te volgen. Het is goed dat uw andere kinderen en enkele dierbaren uw kindje ook zien. U kunt er later dan gemakkelijker over praten.

Uit onderzoek blijkt dat een kleine groep ouders meer gebaat zou kunnen zijn bij een meer ‘afstandelijke’ manier van afscheid nemen. Zij zijn bang voor de directe confrontatie met hun kindje en willen het afscheid op een andere manier vorm geven. Door bijvoorbeeld alleen echofoto’s te bewaren en via schriftelijke mededelingen (geboorte-/overlijdenskaartje, advertentie) aan hun omgeving te vertellen wat er gebeurd is. Ook hier geldt weer (zoals bij de beslissing over de wijze van bevallen) het belang van goed overleg vooraf met medische hulpverleners. Essentieel is dat  u als ouders in deze moeilijke omstandigheden die beslissingen neemt die op dat moment ‘goed’ aanvoelen en waarvan er de minste kans bestaat dat u er later spijt van kunt hebben.

6. Herinneringen

6.1 Foto’s

Misschien vindt u het maken van foto’s van uw dode kindje aanvankelijk een raar of eng idee. Toch leert de ervaring dat het goed is foto’s te maken. Uw doodgeboren kindje is voor u altijd een kindje dat echt bestaan heeft. Foto’s zijn de meest tastbare en kostbare herinneringen. Ouders die vele jaren geleden een kind verloren, vertellen vaak hoe zij deze herinnering missen. Ook wanneer zij hun kind wel gezien hebben, vervaagt het beeld na verloop van tijd.

Altijd helpen de verpleegkundigen u met het maken van foto’s. Er kan een fotograaf van make a memory kosteloos foto’s komen maken als uw kindje geboren wordt na een zwangerschapsduur van 24 weken. Op de afdeling hebben we ook een digitale camera en daarmee kunnen wij enkele foto’s maken. U kunt het sd-kaartje mee krijgen. Ook kunt u foto’s maken met uw mobiele telefoon. U kunt hier zelf uitzoeken welke foto’s u wil behouden en evt andere foto’s kunt u zelf verwijderen.

6.2 Andere tastbare herinneringen

Steeds meer ziekenhuizen geven u ook andere herinneringen aan uw kindje mee naar huis: een naamkaartje en zo mogelijk een haarlokje. Ook kunnen hand- en/of voetafdrukjes worden gemaakt. Vaak zijn ouders hier nog gelukkiger mee dan met foto’s, omdat zo’n kaartje echt met hun kind in contact is geweest.

Veel ouders maken een herinneringsboek over hun kind. Daarin komen alle tastbare herinneringen, brieven of kaarten, eventueel een dagboek, tekeningen van andere kinderen of nog meer. Bij Zorgsaam hebben wij de memoryboxen van Stichting Hanna.

6.3 Een naam

Het is aan te bevelen om uw kind een naam te geven. Zo voorkomt u dat u achteraf over ‘het’ of over ‘de baby’ moet praten. Met een naam wordt het kindje ook voor mensen uit uw omgeving echt uw zoontje of dochtertje. Sommige ouders geven de naam die zij gekozen hadden, anderen bewaren deze naam voor een volgend kind. Zij geven het overleden kind soms een symbolische naam of de naam die zij voor het ongeboren kind gebruikten.

7. Onderzoek naar de doodsoorzaak

Bij een obductie onderzoekt een patholoog de doodsoorzaak of de afwijkingen van uw kind. De gynaecoloog of kinderarts bespreekt dit onderzoek vooraf. Misschien schrikt u van de gedachte dat in uw kindje wordt gesneden. Maar net als na een operatie wordt de snede netjes gehecht of geplakt. U kunt met de gynaecoloog overleggen of u uw kind nog kunt zien na de obductie. Obductie vindt vanaf 22 weken plaats in Erasmus in Rotterdam.

Een onderdeel van de obductie waarvoor vaak apart toestemming wordt gevraagd, is de schedelsectie. Hierbij kijkt men of er afwijkingen in de hersenen aanwezig zijn. Dit onderzoek is in sommige situaties van belang en wordt afzonderlijk met u besproken. Een ander onderzoek dat ter sprake kan komen, is chromosoomonderzoek. Chromosomen zijn dragers van erfelijke informatie; ze bevinden zich in de celkernen. Bij een levend kindje kunnen chromosomen uit het vruchtwater bepaald worden. Na een intra uteriene vruchtdood is chromosoomonderzoek uit vruchtwater nogal eens moeilijk of onmogelijk omdat de cellen en chromosomen zich in het laboratorium onvoldoende vermenigvuldigen. Dan kunnen chromosomen uit een stukje huidweefsel en/of navelstreng worden onderzocht. Dit onderzoek gebeurt alleen als u daar in toestemt en als de gynaecoloog dit zinvol vindt. U moet er rekening mee houden dat bij weefselonderzoek na een intra uteriene vruchtdood het niet altijd lukt om chromosomen te laten groeien.

De bevindingen van het obductieonderzoek en het eventuele chromosoomonderzoek kunnen u helpen bij het verwerkingsproces. Soms zijn uitkomsten belangrijk voor de kans op herhaling in een volgende zwangerschap. Het onderzoek kan ook bijdragen aan de wetenschap. Het is uw beslissing of u toestemming geeft voor obductie- en/of chromosoomonderzoek. Als u er bezwaar tegen heeft, respecteert iedereen dat.

Bij doodgeboorte wordt vaak geen duidelijke oorzaak voor de sterfte gevonden. Bloedonderzoek, obductie en eventueel chromosoomonderzoek geven dan geen afwijkende bevindingen. Dit geeft gemengde gevoelens: aan de ene kant is er opluchting, omdat het kindje gezond was. Meestal is er dan geen verhoogd risico op herhaling. Aan de andere kant blijft de pijnlijke werkelijkheid van een ‘zinloze’ dood van een gezond kindje bestaan.

8. Wat gebeurt er verder met uw kindje?

8.1 Uw kindje mee naar huis?

U kunt uw kindje mee naar huis nemen tot de dag van de begrafenis of crematie. De wet verbiedt dit niet. Het vervoer mag met uw eigen auto gebeuren. U krijgt dan een verklaring van levenloze geboorte of overlijden uit het ziekenhuis mee. Het kindje kunt u in uw armen houden of in een reiswiegje vervoeren. Vaak geeft het een goed gevoel om het kindje een tijdje in de babykamer te hebben, in het wiegje dat met zoveel liefde was klaargemaakt. Zo kunnen ook mensen uit uw omgeving ervaren dat dit kindje, ook al is het levenloos, écht deel uitmaakt van uw gezin. Als u uw kindje niet mee naar huis neemt, wordt het opgebaard in de rouwkamer van het ziekenhuis of van de uitvaartverzorger.

8.2 Begrafenis of crematie

Er zijn drie mogelijkheden:

  1. Een begrafenis of crematie in eigen omgeving. De meeste ouders kiezen hiervoor. Deze gebeurtenis helpt vaak bij de verwerking van uw verdriet: u kunt zo afscheid van uw kind nemen op een manier die bij u past.
  2. Een kindje geboren beneden de 24 weken kunt u in het ziekenhuis laten. Het ziekenhuis zorgt dan voor de crematie. De ouders kunnen daar niet bij aanwezig zijn. Het crematorium kan indien gewenst wel mede delen aan de ouders wanneer de crematie plaatsvindt maar meestal is er pas na de crematie contact. Het crematorium neemt contact met U op om te vragen of U de as alsnog wenst. U kunt aangeven of  het crematorium met U contact mag opnemen.

8.3 Het afscheid

Als u besluit tot een begrafenis of crematie kan een uitvaartverzorger dit voor u regelen, maar u kunt ook zelf contact opnemen met de beheerder van een begraafplaats of crematorium. De kosten zijn dan lager, maar er is wel heel wat te regelen. Vaders vertellen soms achteraf dat dit zelf organiseren hen goed deed. Zo hadden zij het idee ook daadwerkelijk iets voor hun kindje te kunnen doen.

Hoe zal het afscheid plaatsvinden? Wilt u samen als ouderpaar alleen zijn of ook anderen uitnodigen? Wilt u een plechtigheid met muziek, toespraken, gedichten lezen en andere rituelen of wilt u het zo eenvoudig mogelijk houden? Bent u gelovig en wilt u een kerkelijk afscheid? Voor steun en adviezen kunt u een dominee, pastoor, imam, humanistisch raadsman of andere geestelijke verzorger inschakelen. Misschien vraagt u zich af of u uw andere kinderen moet meenemen. Meestal is dit aan te raden, zeker wanneer ze ouder dan 2 jaar zijn. Het helpt hen het verlies van hun broertje of zusje als werkelijkheid te beleven en het verlies te verwerken.

8.4 Het overlijden van één kind of een tweeling (of meerling)

Bent u in verwachting van een tweeling (of meerling) en verliest u een van de kinderen, dan is dit erg verwarrend en pijnlijk. Rouwgevoelens zijn niet minder dan bij het verlies van een eenling. Vreugde en verdriet lopen door elkaar. De ouders voelen zich vaak schuldig tegenover het overleden kindje als zij gelukkig zijn met het levende kind of andersom, een gevoel van schuld tegenover het levende kindje als zij verdriet hebben over de verloren baby. Deze emoties gaan niet in enkele dagen over. Steun van familie en vrienden kan snel wegvallen omdat iedereen alle aandacht op het gezonde levende kindje richt. Als u in deze situatie besluit tot een crematie is het verstandig een plekje voor het verstrooien van de as uit te zoeken, waar u kunt terugkomen. U zult immers later toch aan uw andere kind(eren) willen vertellen wat er gebeurd is. Het is goed om dan ergens naar toe te kunnen. Bij een begrafenis heeft u vanzelf zo’n plekje. Probeer als het mogelijk is ook foto’s van de kinderen samen te maken.

8.5 Kosten

Als u een uitvaartondernemer inschakelt, kunnen de kosten voor een begrafenis of crematie variëren. Als u zelf alles regelt, kan het bedrag lager zijn. In sommige uitvaartverzekeringen zijn ook begrafenis- of crematiekosten voor een levenloos geboren kind (gedeeltelijk) meeverzekerd. Ook wanneer slechts één van de ouders verzekerd is. Meestal wordt hiervoor een zwangerschapsduur van minimaal 24 weken aangehouden. Uw verzekeringsmaatschappij of tussenpersoon kan u verder informeren.

8.6 Geboorte-/overlijdenskaartje en/of advertentie

Zeker bij een vergevorderde zwangerschap rekenen mensen op een geboortekaartje. Als dat niet komt, roept dat nogal eens pijnlijke vragen of opmerkingen op. Daarom is het verstandig te laten weten dat uw kindje levenloos geboren is via een kaartje of een overlijdensadvertentie. Zo kunt U vervelende vragen voorkomen. Door een advertentie krijgt u ook vaak reacties van mensen die een zelfde verlies hebben geleden. Ze schrijven om u te steunen of contact aan te bieden.

U kunt kaartjes laten maken met een afdruk van het handje of voetje erop, met een tekening van andere kinderen of met een tekst die u al in gedachten had.

9. Wettelijke bepalingen

9.1 Uw kind is geboren na een zwangerschap van 24 weken

Elk kindje dat levenloos wordt geboren na een zwangerschapsduur van 24 weken moet worden aangegeven bij de Burgerlijke Stand van de gemeente waar de bevalling plaatsvond. Het ziekenhuis geeft een verklaring af waaruit blijkt dat het kindje levenloos geboren is. Als de baby na de bevalling nog heeft geleefd en daarna is overleden, wordt bij de aangifte zowel een geboorte – als een overlijdensakte opgemaakt. Het blijkt dat dit bij de Burgerlijke Stand soms problemen oplevert, omdat ambtenaren niet goed op de hoogte zijn van deze regel.

Als de vader zich daar emotioneel toe in staat voelt, kan hij zelf aangifte doen. Soms geeft dit hem steun. Ook iemand anders die aanwezig was bij de bevalling kan aangifte doen; tevens kan het ziekenhuis of de uitvaartverzorger dit ook voor u doen. Voor kinderen die na 24 weken doodgeboren zijn, geldt een wettelijke verplichting tot begraven of cremeren.

9.2 Uw kind is geboren vóór een zwangerschapsduur van 24 weken

Er zijn geen regels; niets is verplicht of verboden. Meestal kunt u als u dat wilt het kind toch officieel aangeven. U mag als ouders zelf, onafhankelijk van de duur van de zwangerschap, uw kind bijschrijven in uw trouwboekje. U hoeft hiervoor niet naar de Burgerlijke Stand. U kunt ten alle tijden als U dit wilt uw kindje laten registreren in het basisregister zie voor verdere uitleg rijksoverheid.

Steeds vaker wordt een kindje begraven of gecremeerd ook na een korte zwangerschapsduur. Hulpverleners ondersteunen deze keuze. De burgemeester kan toestemming tot begraving of crematie afgeven, maar nodig is dat niet. De beheerder van de begraafplaats of het crematorium heeft wel een verklaring van een arts nodig waaruit blijkt dat uw overleden kind geboren is vóór 24 weken zwangerschapsduur.

9.3 Naam van de vader

Als u niet getrouwd bent, kan uw kindje alleen de naam van de vader krijgen als deze het kindje al tijdens de zwangerschap en voor het overlijden wettelijk erkende. De wetgeving is op deze situatie jammer genoeg niet goed ingesteld.

10. Het kraambed

10.1 Op de afdeling

Meestal gaat u snel na de bevalling weer naar huis, maar soms moet u nog blijven in verband met veel bloedverlies, een hoge bloeddruk of een keizersnede. De meeste verpleegkundigen hebben ervaring met het begeleiden van ouders in uw situatie. Ook is het vaak mogelijk over uw emoties te praten met een psychosociaal hulpverlener (maatschappelijk werker, geestelijk raadsman/-vrouw).

10.2 De verzorging in het kraambed

In principe heeft u ook als u vroeg in de zwangerschap bevalt, recht op kraamzorg, ook al is er geen kindje om voor te zorgen. De officiële regel is dat het gaat om een bevalling waarbij ‘kind en moederkoek apart worden geboren’. Vanaf een zwangerschapsduur van 15-16 weken is dat het geval.  Als u al kraamzorg had geregeld, zijn er over het algemeen geen problemen te verwachten. Zo niet, dan neemt het ziekenhuis meestal contact met het kraamcentrum op. Vooral als u nog andere kinderen thuis heeft, is kraamzorg aan te bevelen. De kraamverzorgster kan veel praktisch werk voor u doen. Ook als u alleen met u partner bent, kan zij steun en hulp bieden. Zo mogelijk kiest het kraamcentrum iemand uit met ervaring met het verlies van een ongeboren of pasgeboren kindje. Sommige ouderparen willen de eerste dagen liever samen zijn en geen vreemden om zich heen hebben.

10.3 Klachten in het kraambed

Borststuwing na de bevalling zonder kindje om te voeden is een pijnlijke ervaring. Maar uw lichaam vertoont de normale reacties na een bevalling: naweeën, vloeien en misschien ook pijn van hechtingen. Hierdoor voelt u het gemis des te meer. Praat over deze ongemakken met uw verloskundige, huisarts of gynaecoloog. Zij zullen proberen u te helpen. Ook verpleegkundigen, verloskundigen of de kraamhulp kunnen goede adviezen geven, zoals het dragen van een nauwsluitende beha. De melkproductie wordt dan na enkele dagen minder en houdt daarna op. Er zijn ook medicijnen om de melkproductie te voorkomen of te stoppen.

11. Thuis zonder kind

11.1 De leegte

Waarschijnlijk wilt u zo snel mogelijk na de bevalling naar huis, om zich daar aan uw verdriet te kunnen overgeven. Sommige vrouwen echter beleven het ontslag uit het ziekenhuis ook als een vertrek uit een veilige omgeving met mensen die weten wat er gebeurd is en die meeleven met het verlies en verdriet.

Soms is het lege huis een beangstigend vooruitzicht. Als mensen uit uw omgeving weinig of geen contact hebben gehad met het kindje begrijpen zij uw hevige verdriet soms niet. Daarom is het zo belangrijk hen ook te betrekken bij het afscheid nemen en uw verblijf in het ziekenhuis.

Thuiskomen betekent vaak ook dat u te maken krijgt met de kinderkamer en alle babyspullen, het huis dat al op de komst  van uw kindje was voorbereid. Het is niet goed als anderen al deze voorbereidingen voor uw thuiskomst weghalen. Hoe pijnlijk ook, het is een van de noodzakelijke stappen bij het afscheid nemen. De babyspulletjes opruimen kan altijd nog; op gegeven moment merkt u dat u er aan toe bent. In de tijd na thuiskomst groeit het besef dat u verder moet leven zonder uw kindje. Dat is uitermate pijnlijk.

Vaak komt de moeilijkste periode na de begrafenis of crematie als iedereen om u heen weer doorgaat met zijn gewone bezigheden. Af en toe heeft u het gevoel dat iedereen u, uw verdriet en uw kindje vergeten is. Als u weer boodschappen doet of oudere kinderen naar school brengt, denken anderen nogal eens dat het voor u over is.

Als u weer thuis bent, verwacht u terecht steun en troost. Toch vinden familieleden, vrienden en kennissen het soms moeilijk een gesprek te beginnen over het verlies, en soms mijden zij u zelfs. Praat er daarom zelf gewoon over, breng het zelf ter sprake. Vaak blijkt dan ook dat anderen daar behoefte aan hebben, maar er zelf niet over durven te beginnen.

De weken en maanden, misschien wel jaren daarna denken veel vrouwen en hun partners aan hun kindje en alles wat er is gebeurd. Sommige vragen en onzekerheden kunnen steeds weer terugkomen. Aarzel daarom niet om, ook na maanden, weer contact op te nemen met hulpverleners binnen of buiten het ziekenhuis die bij het slechte nieuws en de bevalling betrokken zijn geweest.

Probeer zo goed mogelijk op uw gevoel af te gaan: laat het verdriet toe als dat in alle hevigheid op u afkomt, maar geniet ook van de rustiger momenten. Het is goed om langzamerhand weer de gewone draad van het leven op te pakken, maar laat het geen vlucht zijn, weg van het verdriet. Elke manier om met verdriet om te gaan, is ‘normaal’. Niemand kan u vertellen hoe u zich moet voelen of gedragen. Wel is het altijd goed om aan vertrouwde mensen te tonen hoe u zich voelt. Verdriet delen, maakt het meestal gemakkelijker om ermee om te gaan. Huilen en praten zijn de meest directe en voor de hand liggende manieren om uw gevoel te uiten, maar ook schrijven kan helpen om orde te brengen in soms zeer verwarrende gedachten en gevoelens.

Steeds wisselende en heftige emoties brengen u soms zo in de war dat u denkt dat u gek wordt, maar het is heel normaal dat verdriet, opluchting, schuldgevoel, boosheid en ook gelukkige momenten elkaar afwisselen. Bedenk dat u iets heel ernstigs is overkomen: het verlies van uw kind, van een deel van uzelf. Vaak zeggen ouders na verloop van tijd: ik zou zo graag willen dat alles weer was zoals vroeger. Dat kan niet: u bent zelf veranderd. Uw leven zonder uw kindje zal nooit meer zijn zoals het daarvoor was. Dat hoeft niet negatief te zijn. Veel ouders hebben de ervaring dat zij uiteindelijk door hun verdriet als mens rijker zijn geworden en als paar meer naar elkaar zijn toe gegroeid.

Een vraag die vaak bij u zal opkomen in de eerste periode na het overlijden van uw kindje is: WAAROM?  Hoe normaal deze vraag ook is, u krijgt er nooit een antwoord op. Er bestaat geen antwoord op de vraag waarom juist uw kindje stierf. Sommigen vinden troost in het geloof, anderen in een filosofische levensbeschouwing. Er zijn ook ouders die het verlies van hun kindje als een straf (van God of het Noodlot) ervaren. Praat hierover met een geestelijke. Langzamerhand leert u leven met het feit dat uw kindje er niet meer is. Het verdriet verdwijnt niet, maar de pijn wordt minder scherp.

11.2 Schuld- en faalgevoelens

Vrouwen geven zich zelf vaak de schuld, vooral als er geen duidelijke oorzaak voor het overlijden of de aangeboren afwijking wordt gevonden. Zij denken dat ze tijdens de zwangerschap iets fout gedaan hebben. Veel vrouwen hebben het gevoel te falen als vrouw, partner of moeder.  Het is belangrijk deze emoties met anderen te delen. Sommige mensen wuiven deze gevoelens en gedachten weg om u te beschermen, maar dat helpt u niet. Neem zo nodig contact op met uw huisarts, verloskundige of gynaecoloog. Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u altijd bij een maatschappelijk werker  terecht.

Maar het is ook mogelijk dat u anderen de schuld geeft. U heeft dan het gevoel dat er niet zorgvuldig naar u geluisterd is. Bespreek dit met de hulpverlener. Dat voorkomt dat u onnodig uw verdere leven blijft zitten met vragen, onzekerheden en boosheid. Als u een gesprek niet meteen aandurft of aankunt, kunt u ook een brief schrijven om uw gevoelens en vragen alvast duidelijk te maken. Het is dan gemakkelijker om er later in een gesprek op door te gaan. Als deze gesprekken geen rust en duidelijkheid opleveren, kunt u ook de mening van een andere deskundige vragen. U kunt dit met uw huisarts bespreken.

Als laatste stap, als u het gevoel heeft dat er echt fouten zijn gemaakt, kunt u een klacht indienen. Elk ziekenhuis heeft een onafhankelijke klachtencommissie die uw klacht serieus beoordeelt. Klachten over een verloskundige kunt u melden bij de onafhankelijke klachtencommissie van de organisatie van verloskundigen (de KNOV).

11.3 Samen rouwen als ouders

Na de geboorte van een overleden kindje gaat vaak de meeste aandacht naar de moeder. De vader doet meestal de eerste periode het praktische en huishoudelijke werk. Daardoor lijkt hij soms niet zoveel last van verdriet te hebben. Dat is schijn. Vaders lijden meestal net zo onder het verlies als hun vrouw, maar op een andere manier. Hetzelfde geldt voor lesbische partners.

Vaders drukken hun emoties nogal eens naar de achtergrond omdat zij vinden dat het steunen van hun partner het belangrijkste is. Dit betekent soms dat zij pas later aan het verwerken van hun verdriet toekomen, op een tijdstip dat hun partner er al veel beter mee kan omgaan. Mannen en vrouwen verwerken het verlies vaak in verschillend tempo en op verschillende manieren. Elk mens reageert op zijn eigen manier. Wees hierover open tegenover elkaar: onbegrip en zich afsluiten voor elkaar of juist elkaar willen beschermen, kan tot onnodige verwijdering leiden.

Mannen vertellen vaak dat zij het moeilijker vinden dan hun vrouw om te praten over hun verdriet. Ze geven de indruk te vluchten in werk, huishouden of nietsdoen om zo hun gevoelens de baas te worden. Soms willen mannen hun vrouw beschermen door maar niet over het kindje en het verdriet te praten. Probeer niet alleen te vertellen wat u voelt, maar ook met elkaar te bespreken hoe u elkaars gedrag beleeft. Dan helpt u het verlies, het verdriet en de leegte samen te dragen. Als u het gevoel heeft er samen niet uit te komen, neem dan contact op met bijvoorbeeld uw huisarts, een maatschappelijk werker of een psycholoog.

11.4 Weer aan het werk

Ga zorgvuldig om met de beslissing weer aan het werk te gaan als u een baan heeft. Het is niet ongewoon om het normale zwangerschaps- en bevallingsverlof van 16 weken op te nemen. Meestal is dit goed te bespreken met uw bedrijfsarts, met het UWV of rechtstreeks met uw werkgever. Schakel bij problemen uw huisarts of een hulpverlener van het ziekenhuis in. U kunt overwegen de eerste periode weer ‘op therapeutische basis’ te beginnen: u bepaalt dan zelf wanneer en hoeveel uur u werkt, afhankelijk van hoe u zich lichamelijk en geestelijk voelt.

Voor mannen geldt dat het ook voor hen belangrijk is tijd te nemen voor hun verdriet, maar werkgevers houden daar vaak weinig rekening mee. Voor hen kan werkhervatting dan ook problemen geven als men verwacht dat zij snel weer beginnen. Ook zij kunnen het beste contact opnemen met de bedrijfsarts. Verdriet verwerken kost nu eenmaal meer tijd dan de buitenwereld denkt.

11.5 De seksuele relatie met uw partner

Het seksuele contact met uw partner is niet automatisch hetzelfde als voor de zwangerschap. De meeste vrouwen hebben tijd nodig om zichzelf terug te vinden, voordat ze weer echt zin hebben om te vrijen. Voor die tijd hebben ze vooral behoefte aan veel begrip en warme belangstelling van hun partner. Als u weer aan vrijen toe bent, kan een soms geadviseerd gebruik van voorbehoedmiddelen als zeer tegenstrijdig worden beleefd: je voorkomt het krijgen van een kindje, terwijl je zoveel verdriet hebt omdat je er een verloor. Ook hier is het belangrijk uw eigen gevoel serieus te nemen en het met uw partner eerlijk en open te bespreken, hoe moeilijk dat soms ook is. Alleen dan kan de ander ook rekening houden met uw gevoelens.

11.6 De andere kinderen in uw gezin

Volwassenen en zeker ouders willen kinderen sparen voor pijn en verdriet. Toch merken kinderen, hoe jong ze ook zijn, dat hun ouders verdriet hebben. Hen buiten het verlies houden, kan onzekerheid en schuldgevoel veroorzaken: ‘Heb ik misschien iets fout gedaan waardoor mama zo vaak huilt?’ Meestal hebben broertjes en zusjes meegeleefd met de zwangerschap en uitgekeken naar het nieuwe kindje. Ze gaven bijvoorbeeld kusjes op de zwangere buik, speelden met een pop ‘vadertje –en-moedertje’ of hebben er op school vol trots over verteld. Het is dan ook goed om hen over de dood van hun broertje of zusje te vertellen en hen bij het afscheid te betrekken. Voorlezen uit kinderboeken over de dood en werken in een herinneringsboek kan hen hierbij helpen. Kinderen brengen het onderwerp vaak onverwacht en spontaan ter sprake. Dit kan ook de ouders steunen.

Ook aan zeer kleine kinderen vanaf ongeveer twee jaar kan in simpele woorden worden verteld wat er is gebeurd. Uit onverwachte opmerkingen en tijdens hun spel merkt u dat zij met het dode broertje of zusje bezig zijn en zo het verlies verwerken. Ga zeker hun vragen niet uit de weg.

Denk erover en bespreek met uw (grotere) kinderen of zij misschien iets aan hun broertje of zusje mee willen geven: een knuffeltje, een brief of een tekening in het kistje bijvoorbeeld. Ook bij de begrafenis of crematie is het belangrijk dat er kinderen of volwassenen speciaal voor de oudere kinderen komen. Er bestaan speciale uitnodigingskaarten voor de uitvaart die kinderen zelf kunnen uitdelen.

11.7 Familie, vrienden en kennissen

Ouders van doodgeboren kinderen hebben de behoefte aan veel steun van mensen uit hun omgeving. Reacties zijn erg verschillend: lieve en troostende woorden van mensen van wie u die het minst verwacht, en omgekeerd. Zoek vooral contact met mensen die u zeer nabij zijn en die u vertrouwt. Bij hen kunt u ook steeds opnieuw uw verhaal kwijt.

Mensen die uw kindje niet gekend hebben, vinden het vaak moeilijk uw hevige verdriet te begrijpen. Dat kan een gevoel van eenzaamheid veroorzaken. Soms vinden mensen uw intense verdriet abnormaal. Zij denken ten onrechte dat u nog niet zo’n band met het kindje had. Daarom is het, zoals eerder beschreven, zo belangrijk om familie en vrienden bij het afscheid nemen te betrekken. Aanvaard ook de praktische hulp die wordt aangeboden: soms blijkt u deze hard nodig te hebben.

11.8 Lotgenoten

Niet zelden hoort u als ouders van een doodgeboren kindje over andere gezinnen die iets dergelijks hebben meegemaakt. Deze lotgenoten kunnen een grote steun zijn: zij begrijpen en voelen vaak beter dan wie ook aan wat u doormaakt.

Misschien wilt u zich nu of op een later tijdstip opgeven voor een gespreksgroep van ouders die een kindje verloren. Meer informatie vindt u in de adreslijst achter in deze brochure. Meestal kan uw huisarts, verloskundige of een hulpverlener uit het ziekenhuis u ook met zulke ouders in contact brengen.

11.9 Lichamelijke en psychische klachten

Lichamelijke en psychische klachten zijn normale uitingen van hevig verdriet. Die klachten verschillen van persoon tot persoon. Vaak voorkomende klachten zijn slaapproblemen, eetproblemen, hoofdpijn of buikpijn, onrust (het niet stil kunnen zitten en steeds met iets nieuws bezig willen zijn), voortdurende vermoeidheid en verder ook steeds terugkerende somberheid en huilbuien. Daarnaast zijn er de normale lichamelijke ongemakken na een bevalling. Naweeën, pijn van hechtingen en gestuwde borsten ervaren veel vrouwen als zinloos en extra pijnlijk omdat ze niet verzacht worden door de vreugde van een gezond kindje.

Bijna alle ouders slapen slecht. Als dit te lang duurt, vraag dan een slaapmiddel. U hoeft niet meteen bang te zijn voor gewenning of verslaving. Deze medicijnen zijn niet bedoeld om u te verdoven of uw verdriet te onderdrukken, maar ze kunnen helpen om een einde te maken aan slapeloze nachten. Als u uitgerust bent, kunt u meestal de psychische druk beter aan. Toch hoort het bij de verwerking om huilbuien te hebben en ’s nachts vaak en akelig te dromen over de zwangerschap, de bevalling of het kindje.

11.10 De nacontrole in het ziekenhuis

De nacontrole bij de gynaecoloog is voor veel ouders van een doodgeboren kindje een belangrijk moment. Het kan ontspannend zijn om weer over alle feiten en emoties te spreken. Sommigen vinden het fijn om weer naar de vertrouwde plek terug te keren, voor anderen is het juist emotioneel.

Op welk tijdstip de nacontrole plaatsvindt, verschilt van ziekenhuis tot ziekenhuis. De bezoeken zijn  bedoeld om te bezien hoe het met u gaat in lichamelijk en emotioneel opzicht. De gebeurtenissen worden nog eens doorgenomen en de gynaecoloog bespreekt de uitslag van de onderzoeken, zoals obductie. U moet zich realiseren dat vaak geen oorzaak voor de doodgeboorte gevonden wordt; het is dan ook beter dat u geen hooggespannen verwachtingen heeft over de uitkomsten van de verschillende onderzoeken.

Als de baby na enige tijd na de bevalling overleden is, krijgt u ook een afspraak voor een nagesprek bij de kinderarts. Tijdens dit gesprek worden de gebeurtenissen rond het overlijden nogmaals besproken, evenals de uitslag van een eventuele obductie.  Heeft u vragen over de zwangerschap of de bevalling, over uw klachten of over de toekomst, schrijf ze allemaal op. Merkt u langere tijd na de controle dat u toch nog met vragen bent blijven zitten, aarzel dan niet om opnieuw een afspraak te maken met de behandelend arts of de verloskundige.

De arts of de verloskundige bespreekt ook, als u daaraan toe bent, de verwachtingen voor een eventuele volgende zwangerschap. Is er een risico op herhaling van het gebeurde? Is er nog aanvullend onderzoek nodig? Kan de verloskundige de volgende zwangerschap begeleiden of is controle door de gynaecoloog gewenst? Bij een aangeboren afwijking van uw kind wordt u, als dat zinvol is, verwezen naar een arts die gespecialiseerd is in erfelijke aandoeningen en andere afwijkingen (klinisch geneticus).

11.11 Een volgende zwangerschap

U vraagt zich waarschijnlijk na verloop van tijd af wat nu het goede moment is om weer zwanger te worden. Dat is niet of nauwelijks aan te geven en het ligt voor iedereen anders. Verdriet dat u niet goed verwerkt, is uitgesteld verdriet. Dat kan in verhevigde mate terugkomen na de geboorte van een volgend kindje. Een volgend kindje kan en mag nooit een ‘vervangkindje’ zijn. De belangrijkste vraag die u uzelf moet stellen, is of het overleden kindje een eigen plek in uw leven en gezin heeft verkregen. Heeft u het gevoel dat u met het verlies heeft leren leven of overheerst het gevoel van verdriet nog alles? De tijd die u voor de verwerking nodig heeft, is voor elk ouderpaar verschillend. U kunt dit het beste samen beoordelen.

Puur lichamelijk is er meestal weinig bezwaar tegen een volgende zwangerschap, ook niet op korte termijn. Misschien is het verstandig erover na te denken of uw volgende uitgerekende datum niet mogelijk samen zal vallen met de sterfdag van uw kindje. Sommigen vinden dat moeilijk, anderen hebben er geen problemen mee. Een zwangerschap die volgt op de geboorte van een levenloos kindje is voor elk ouderpaar een spannende periode. Er is geen sprake meer van ‘een roze wolk’.

De spannendste periode is de zwangerschapsduur waarbij het de vorige keer fout ging. Meestal kunt u met degene die uw zwangerschap controleert, bespreken dat u in deze periode wat vaker voor controle komt als u dat wilt.‘Je verdeelt de zwangerschap in stukjes: eerst de miskraamperiode achter de rug, dan de vruchtwaterpunctie en de uitslag ervan, dan die 38 weken halen…’ De echte rust komt pas als een volgend kindje gezond, huilend en wel in uw armen ligt. Maar met goede begeleiding en steun binnen uw relatie en van mensen om u heen, zult u toch ook van deze zwangerschap kunnen genieten.

Niet alleen een volgende zwangerschap maar ook de geboorte van uw volgende kindje kan bij u alle herinneringen en verdriet om uw overleden kindje weer oproepen. Veel ouders ervaren tijdens een volgende zwangerschap, of alleen al bij de gedachte eraan, schuldgevoelens ten opzichte van het overleden kindje. Dit is begrijpelijk: u wilt immers niet de indruk wekken dat u het kindje vergeten bent. Praat over deze gevoelens of zet ze op papier: het is vaak een opluchting om een brief te schrijven aan uw overleden kindje.

12. Tot slot

Het verlies van een ongeboren kindje en ook de beslissing een gewenste zwangerschap af te breken, zijn zeer ingrijpende gebeurtenissen. De meeste ouders blijken dit verlies na enige tijd goed te verwerken.

De laatste jaren is er steeds meer kennis en begrip gekomen voor verdriet rond stil geboorte. Ouders worden steeds meer aangezet hun gevoelens te uiten. Ook in de begeleiding van ouders is veel veranderd. Daarnaast besteden kranten, radio en televisie steeds meer en vaker aandacht aan dit onderwerp. Zo krijgen ook mensen die een dergelijk verlies niet meemaakten er meer oog voor.

Het verlies van uw kindje tekent uw leven voor altijd. U zult het kindje nooit vergeten. Het is belangrijk erop te vertrouwen  dat u dit intense verdriet te boven kunt en zult komen. Uiteindelijk krijgt het zijn eigen plek binnen uw relatie, uw gezin en uw leven. Het belangrijkste is dat u steeds uw eigen gevoel volgt en uw beslissingen neemt. Zo nodig kunnen hulpverleners u hierbij steunen.

Adressen en websites

Ouders overleden kind
OOK is een zelfhulporganisatie, opgericht in 1981, met zo’n 1500 leden verspreid over heel Nederland. Allemaal ouders van een overleden kind. Wij helpen onszelf en elkaar bij dit immense verdriet. Er is geen onderscheid in het verlies: het maakt niet uit op welke leeftijd je kind is overleden of op welke manier, je bent welkom.
Postbus 418
1400AK Bussum

https://www.oudersoverledenkind.nl
info@oudersoverledenkind.nl

Stichting ‘Achter de regenboog’
Biedt hulp bij verliesverwerking aan kinderen en jongeren
Postbus 13012
3507 LH Utrecht
Advieslijn op 0850471571 (reguliere kosten, tijdens de schoolvakantie alleen op di en do van 9:00-11:00 uur

www.achterderegenboog.nl
info@achterderegenboog.nl

Stichting Dr. Elisabeth Kübler-Ross Nederland
Hulp bij problemen rond leven en sterven
EKR-Huis
Halterstraat 3c
7201 MV Zutphen
Tel. 0575-54 57 03
Fax 0575-54 57 04

www.kubler-ross.nl
info@kubler-ross.nl

Stichting Make a Memory
Stichting die foto’s vervaardigt voor familie van ernstig zieke, stervende of overleden baby’s vanaf 24 weken zwangerschap en kinderen tot en met 16 jaar. De fotografie vindt plaats in ziekenhuizen en op andere locaties, zoals in de thuisomgeving. Voor ouders wordt de fotografie kosteloos uitgevoerd overeenkomstig de ideële doelstelling van de stichting.
Postadres:
Dorpstraat 44
5563 BE Westerhoven
Tel. 06.53 39 92 44 (24 uur per dag)

www.makeamemory.nl
info@makeamemory.nl

Stichting Lieve engeltjes
Lotgenotengroep via internet voor eenieder die het verlies van een kind, zelf of in haar/zijn omgeving heeft meegemaakt.  Tel. 06-1038 6504

www.lieve–engeltjes.nl 

E-mail: bestuur@lieve-engeltjes.nl

Om verder te lezen

Lezen over wat u hebt meegemaakt, ervaringen van zowel hulpverleners als lotgenoten, kan u helpen uw verlies te verwerken. Wij noemen een aantal boeken en artikelen, en geven zo mogelijk aan hoe u ze kunt bestellen. Veel boeken kunt ook in een bibliotheek lenen. De titels zijn gerangschikt op jaar van uitgave, de nieuwste vooraan.

Doodgeboren. Een mondelinge geschiedenis van rouw.\

Auteur:           Jan Bleyen

Jaar:               januari 2012

ISBN:             97 8902 3466 574

Prijs:               € 19,90

Geen blote voetjes in het gras. Verhalen van ouders van overleden kinderen.

Auteur:           Miranda van Hengel (samenstelling)

Jaar:               april 2011

ISBN:             90 7624 970 9

Prijs:               € 22,50

Misschien was je vandaag wel geboren

Auteurs:          Yvonne Gebbe & David Rozemeyer

Jaar:               februari 2011

ISBN:             90 8910 218 3

Prijs:               € 24,95

Als je een prille zwangerschap verliest

Auteurs:          Bernard Spitz, Manu Keirse & Annemie Vandermeulen

Jaar:               juni 2010

ISBN:             90 2098 841 7

Prijs:               € 19,95

Stille baby’s. Rouwverwerking bij doodgeboorte en zwangerschapsafbreking.

Auteur:           Christine Geerinck-Vercammen

Jaar:               oktober 2009

ISBN:             97 8906 3055 394

Prijs:               € 16,95

Helpen bij verlies en verdriet. Een gids voor het gezin en de hulpverlener.

Auteur:           Munu Keirse

Jaar:               november 2008

ISBN:             90 2098 270 2

Prijs:               € 17,95 (als digitaal boek € 15,95)

Geen blote voetjes in het zand

Auteur:           Stichting Lieve Engeltjes (samenstelling)

Jaar:               september 2008

ISBN:             90 7928 703 2

Prijs:               € 19,95

Jong verlies, rouwende kinderen serieus nemen

Auteur:          Riet Fiddelaers-Jaspers

Jaar:              februari 2005

ISBN:            97 8902 5954 482

Prijs:              € 26,50

Boeken voor kinderen

Kikker en het vogeltje

Bij de rand van het bos ligt een vogeltje.
‘Kijk,’ zegt Kikker, ‘kapot. Hij doet het niet meer.’
‘Hij slaapt,’ zegt Varkentje.
Maar Haas zegt: ‘Hij is dood.’
‘Dood?’ vraagt Kikker. ‘Wat is dat?’

Auteur:           Max Velthuis

Jaar:                maart 2011

ISBN:             90 2585 875 9

Leeftijd:          3 – 6 jaar

Prijs:                € 12,95

Lieve oma Pluis

Nijntje is heel verdrietig als oma dood gaat. Ze zet bloemen op het graf omdat oma daar zo van hield.

Auteur:           Dick Bruna

Jaar:                september 1996

ISBN:             90 5647 171 6

Leeftijd:          1 – 3 jaar

Prijs:                € 5,95

Das blijft altijd bij ons

De dieren missen Derk Das heel erg na zijn dood, maar als ze over hem praten is hij toch een beetje bij hen.

Auteur:           Susan Varley

Jaar:                maart 1995

ISBN:             90 6069 552 6

Leeftijd:          4 – 6 jaar

Prijs:                € 12,95

Als je dood bent, word je dan nooit meer beter?

Een ontroerend verhaal van Piet Breebaart en zijn vijfjarige zoon Joeri, naar aanleiding van het plotseling overlijden van Joeri’s tweejarige broertje Remi.
Vader en zoon maakten samen het verhaal van het konijn Fred en zijn broertje Joep, dat plotseling doodgaat. Het verhaal gaat over alles wat Fred meemaakt en voelt: de kortstondige ziekte van Joep, zijn dood, de begrafenis en de aandacht van de dieren om hen heen.

Auteurs:          Piet en Joeri Breebaart

Jaar:                maart 1993

ISBN:             90 6069 873 8

Leeftijd:          4 – 6 jaar

Prijs:                € 12,95

© 2000 NVOG

Het copyright van deze brochure berust bij de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) te Utrecht. Deze brochure is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van de Commissie Patiëntenvoorlichting van de NVOG. De brochure is goedgekeurd door de Koninklijke Nederlandse Vereniging van Verloskundigen (KNOV) en ook beoordeeld door de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde (NVK).

Leden van de NVOG, de KNOV, de LHV, het NHG en de NVK mogen deze brochure zonder toestemming vermenigvuldigen, mits zij dat integraal, onverkort en met bronvermelding doen.

De commissie Patiëntenvoorlichting van de NVOG is een non-profit instelling die zich toelegt op het formuleren en ontwerpen van kwalitatief hoogwaardige voorlichting op het gebied van de verloskunde, gynaecologie en voortplantingsgeneeskunde. Andere folders en brochures over diverse verloskundige en gynaecologische onderwerpen zijn te vinden op de website van de NVOG: http://www.nvog.nl , rubriek patiëntenvoorlichting.

De basis voor deze folder is de richtlijn ‘Wet en gedragsregels bij (vroege) prenatale sterfte’ van de NVOG (1998).

Auteur: Dr. C. Geerinck-Vercammen
Redacteur: Dr. G. Kleiverda
Bureauredacteur: Jet Quadekker

Oktober 2023

Het Patiëntenportaal van ZorgSaam Ziekenhuis

Een online omgeving waar u als patiënt veilige toegang heeft tot een gedeelte van uw medisch dossier. In overleg met o.a. de medisch specialisten breiden we de onderdelen van het Patiëntenportaal stap voor stap uit. We verbeteren én vernieuwen, zodat u steeds meer mogelijkheden heeft. Krijgt u zorg van ons? Bezoek regelmatig het Patiëntenportaal om informatie in te zien.