Inleiding
Ziekte en medische behandelingen zijn een ingrijpende ervaring voor kinderen en jongeren, zowel omdat het kind te maken krijgt met pijn en stress door de ziekte zelf, maar ook door de behandeling en daarbij behorende noodzakelijke onderzoeken. Als team streven we naar pijn- en stressvrije zorg. Onze medisch pedagogisch zorgverleners zijn speciaal opgeleid om de labafname bij uw kind zo comfortabel mogelijk te laten verlopen zodat het kind zo min mogelijk stress en angst ervaart.
Hoe wij dit samen kunnen bereiken wordt uitgelegd in deze folder.
Geneesmiddel EMLA
EMLA is een geneesmiddel dat lokaal wordt aangebracht op de huid om de huid plaatselijk te verdoven. Wij noemen dit ‘toverzalf’. Op deze manier zorgen we ervoor dat:
- Uw kind op het moment minder voelt van de behandeling.
- Uw kind minder angstig zal zijn bij een eventuele volgende behandeling.
Op voorschrift van uw behandelend arts krijgt u de EMLA zalf en pleisters van tevoren mee naar huis. Het is belangrijk om zeker 1 uur voor de labafname EMLA zalf te smeren. Breng de zalf dik aan in beide elleboogplooien. Laat 1 hoekje van de pleister los van de huid zodat deze makkelijker verwijderd kan worden. Als uw kind de pleisters echt heel vervelend vindt, kunt u doorzichtig plastic huishoudfolie gebruiken om rond de zalf te doen. Als de zalf thuis al is gesmeerd hoeft uw kind niet meer te wachten in het ziekenhuis en kan de labafname meteen plaatsvinden. Lang wachten ervaren de kinderen over het algemeen als onaangenaam en brengt stress met zich mee.
Waar letten wij op tijdens de labafname?
Tijdens de labafname biedt de medisch pedagogisch zorgverlener ondersteuning aan. De medisch pedagogisch zorgverlener zorgt ervoor dat de labafname zo comfortabel mogelijk verloopt. De medisch pedagogisch zorgverlener voert het woord tijdens de labafname. Het helpt wanneer 1 persoon praat tijdens de ingreep. Dit zorgt voor duidelijkheid, gerichte aandacht en een rustige sfeer.
De medisch pedagogisch zorgverlener maakt gebruik van focustaal en afleidingstechnieken
Focustaal
Ons taalgebruik beïnvloedt het comfort van het kind. U zult merken dat de medisch pedagogisch zorgverlener bepaalde woorden niet gebruikt zoals bijvoorbeeld het woord pijn of prik. De nadruk wordt gelegd op positief taalgebruik. Dit positieve taalgebruik noemen wij focustaal.
Uit onderzoek blijkt dat het praten over pijn of waarschuwen voor een prik tot meer angst kan leiden. Kinderen, en met name zieke kinderen, zijn extra gevoelig voor positieve en negatieve woorden en zullen in een angstige situatie snel kiezen voor de negatieve interpretatie. Door positieve taal wordt het kind rustiger en heeft meer vertrouwen.
Afleidingstechnieken
Naast focustaal maakt de medisch pedagogisch zorgverlener tevens gebruik van afleidingstechnieken, speciaal afgestemd op uw kind. Afleiding is gebaseerd op de theorie dat je hersenen niet teveel prikkels tegelijk kunnen verwerken. Sommige medische handelingen roepen negatieve prikkels en gedachten op bij een kind. Als je daar tegenover veel sterke positieve prikkels en gedachten inzet dan nemen die meer plaats in, in de hersenen. Dan is er minder of geen plaats meer voor negatieve prikkels. Afleiding is daarmee een makkelijke en veel gebruikte methode om pijn en angst te remmen.
Taak van de ouder
Labafname, een vaccinatie, het inbrengen van een infuus: het zijn geen fijne momenten voor kinderen. Gelukkig weten we inmiddels dat zorgverleners met goed gekozen woorden veel angst, pijn en stress kunnen voorkomen. Minder bekend is dat ook u als ouder met positieve taal uw kind kunt helpen. In alle gevallen is het belangrijk dat u als ouder ontspannen bent en zelfverzekerd. Geef uw kind rust, troost en het gevoel van veiligheid.
Meer informatie over focustaal en begeleiding bij een ingreep kun je lezen in de folder van kind en ziekenhuis.
Januari 2023
