Op deze pagina beschrijven we de voorbereiding, operatie, nazorg en de mogelijke complicaties van een blaasvervanging bij mannen. Uw uroloog heeft bij u een aandoening geconstateerd waarbij het nodig is om uw blaas via een operatie te verwijderen en een nieuwe blaas te maken. U wordt opgenomen op de afdeling Urologie in het ziekenhuis Maria Middelares in Gent. Uw eigen uroloog voert de operatie uit. Heeft u na het lezen nog vragen, stel deze dan gerust aan de arts of de urologische oncologie verpleegkundige

Verwijderen van de blaas en aanleggen van een continente vervangblaas

De blaas zal worden verwijderd en van een stuk van de dunne darm van ongeveer 60 centimeter zal een nieuwe blaas gemaakt worden. Deze wordt aangesloten op de urineleider. De prostaat wordt tijdens deze operatie ook verwijderd. Een voorwaarde voor deze operatie is dat de sluitspier van de blaas goed functioneert en dat de blaashals, plasbuis en de prostaat vrij zijn van tumor. Plassen gaat door middel van ontspanning van de bekkenbodem en buikpers. Dit wordt aangeleerd samen met een fysiotherapeut.

De urinewegen

De urinewegen bestaan bij zowel de man als bij de vrouw uit de nieren, urineleiders, blaas, plasbuis en bij de man tevens de prostaat. De nieren zorgen ervoor dat een teveel aan water en afvalstoffen uit het bloed wordt gefilterd en uit ons lichaam wordt afgevoerd. Aan de binnenkant van de nier bevindt zich het nierbekken, een klein reservoir voor de opvang van door de nier geproduceerde urine. Vanuit het nierbekken loopt de urine, via de urineleiders, van elk van beide nieren naar de blaas. De blaas fungeert als een tijdelijke opslagruimte voor urine. Een tweede belangrijke functie van de blaas is het uitdrijven van de opgeslagen urine. De urine verlaat het lichaam via de plasbuis.

De meest voorkomende oorzaken die aanleiding geven tot de operatie zijn:

  • Blaaskanker
  • Ernstige vormen van incontinentie

Wat is een blaastumor

Het begrip blaastumor staat voor alle ruimte innemende processen die uitgaan van de blaaswand. Tumor is een ander woord voor gezwel. Een gezwel kan goedaardig of kwaadaardig zijn. Alleen onderzoek door de patholoog-anatoom kan zekerheid geven of het verwijderde weefsel goedaardig of kwaadaardig is. Blaastumoren zijn echter bijna altijd kwaadaardig, onder de microscoop kan gezien worden welke maat van kwaadaardigheid de tumor is. Een blaastumor openbaart zich meestal doordat zich bloed in de urine bevindt. Vaak is het bloeden tijdelijk of zelfs éénmalig. Dit lijkt een goed teken, maar dat is het niet. Ondanks dat dit bloeden gestopt is, groeit de tumor verder. Een blaastumor kan onderscheiden worden in twee soorten.

De oppervlakkig groeiende blaastumor

De tumor bevindt zich op de binnenbekleding, het blaasslijmvlies, van de blaas en is niet ingegroeid in de spierwand van de blaas. De oppervlakkig groeiende kwaadaardige tumor wordt ook wel poliep genoemd en heeft de vorm van een paddenstoel, soms met een steeltje vanuit de blaaswand. Soms is er een vlak spreidende vorm van blaaskanker aanwezig in het blaasslijmvlies. Dit heet carcinoma in situ (CIS). Zolang de tumor oppervlakkig groeit, kan deze meestal gemakkelijk verwijderd worden. Het probleem is echter dat dit soort tumoren vaak terugkeren. Daarom is het noodzakelijk de blaas over een langere periode regelmatig te controleren en zonodig wordt er met behulp van een kijkoperatie tumorweefsel uit de blaas geschraapt. Deze operatieve ingreep noemen we een TUR Blaas. Dit weefsel wordt door de patholoog nagekeken.

De spierinvasief groeiende blaastumor

De tumor is doorgegroeid in de blaasspier of in ander omringend weefsel, zoals het vet rondom de blaas, de prostaat of de baarmoeder. Er wordt eerst onderzocht of er geen uitzaaiingen op afstand zijn (metastasen). Om deze invasieve tumor te behandelen is het noodzakelijk om met een operatie de blaas te verwijderen (radicale cystectomie) en wordt er een nieuwe blaas aangelegd. Soms wordt er gekozen voor het aanleggen van een urine stoma (zie patiëntenfolder Cystectomie en deviatie volgens Bricker operatie).

Duur van het verblijf in het ziekenhuis

U moet rekenen op een verblijfsduur van ongeveer 10 á 14 dagen afhankelijk van het verloop en herstel. Tijdens uw verblijf is AZ Maria Middelares verantwoordelijk voor de ingreep en uw verblijf aldaar.

AZ Maria Middelares: Buitenring Sint-Denijs 30 B-9000 Gent Tel: 0032924646464 www.azmmsj.be

Wat neemt u mee naar het ziekenhuis

  • Breng bij de opname uw medicijnen en de gegevens van uw ziektekostenverzekering mee.
  • Europese ziekteverzekeringskaart.
  • Toiletartikelen, handdoeken nachtkleding, pantoffels en een ochtendjas.
  • Identiteitsbewijs.
  • Neem wat geld neem voor eventueel kosten ( o.a. telefoon).
  • Neem geen waardevolle spullen neem. Ziekenhuis is niet aansprakelijk voor verlies of diefstal.

Tijdens uw verblijf in algemeen ziekenhuis Maria Middelares zal een verpleegkundige u begeleiden. Heeft u voor de operatie nog vragen voor haar dan kunt u contact opnemen met: An Smeets, incontinentie- en prostaatverpleegkundige, Tel: 003292467921

Kosten vergoeding buitenland:

De vergoeding van de kosten is afhankelijk van uw verzekering. Belt u vooraf met uw verzekeraar. Met CZ-verzekeringen is een convenant afgesloten, wat inhoudt dat CZ alle kosten vergoedt.

Voorbereiding

Het is van groot belang dat u, indien u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, dit vooraf bespreekt met de uroloog. In overleg met u bepaalt de uroloog dan vanaf welk moment u met deze medicijnen tijdelijk moet stoppen. Ter voorbereiding verwijst de uroloog u door naar de stomaverpleegkundige. De stomaverpleegkundige is een gespecialiseerd verpleegkundige. Zij is deskundig in het geven van de juiste begeleiding van en zorg aan mensen met een stoma. Tijdens uw bezoek geeft zij uitleg over de operatie en de gevolgen daarvan en zij beantwoordt uw vragen. Er zal een plaatsbepaling worden gedaan op uw buik voor het eventueel aanleggen van een urinestoma als tijdens de operatie dat de blaasvervanging niet mogelijk zal zijn. Voor en na uw opname begeleidt een urologische oncologieverpleegkundige u. De urologische oncologieverpleegkundige is een verpleegkundige die na haar algemene opleiding zich verder gespecialiseerd heeft in het begeleiden van patiënten met urologische oncologie Ze zal u en uw naaste psychosociaal begeleiden gedurende het hele proces.

Het ziekenhuis Maria Middelares roept u voor de operatie op voor een aantal intake gesprekken o.a. bij de uroloog, diëtist en nefroloog.

De opname

Omdat de operatie onder meer aan de darmen plaats vindt, moeten deze schoon zijn. Het schoonmaken van de darmen gebeurt volgens een laxeerschema. Restarme voeding vergemakkelijkt het zuiver maken van de darmen. Ze laat weinig resten na, met als gevolg dat het bijna geen stoelgang vormt. Daarom wordt aangeraden om al enkele dagen voor de opname te starten met restarme voeding (u krijgt de lijst tijdens uw intake gesprek bij de diëtist). De dag voor de operatie gebeurt de eigenlijke darmreiniging door het drinken van een aangepaste vloeistof (een soort zoutoplossing). U wordt dus een dag voor de operatie opgenomen in het AZ Maria Middelares in Gent.

Zodra de darmvoorbereiding heeft plaatsgevonden, mag u niets meer eten. U mag nog wel onbeperkt zwarte koffie, thee, water, frisdranken en heldere vruchtensappen drinken tot middernacht, maar drink zeker geen melk of melkprodukten. Nuchter zijn betekent ook dat u vanaf middernacht niet meer mag roken.

Verder wordt uw buik geschoren op de plaats waar de snede wordt gemaakt.

De anesthesist is de arts die instaat voor de verdoving. Vooraf kunt u de anesthesiebrochure doornemen. Ze is verkrijgbaar op de verpleegeenheid, samen met het informatiekaartje van de PAZA ( post-anesthesie-zorgenafdeling). Dit is de intensieve zorgenafdeling waar u na de oparatie een tijdje zult verblijven.

U kunt eventueel een slaapmiddel vragen om de nacht voor de ingreep rustig door te brengen .

Operatie

Voorbereiding

Tijdens de operatie mag u geen sieraden, horloge, contactlenzen, gebit of bril dragen. U krijgt een operatiejas en speciale kousen aan. Deze kousen bevorderen de bloedsomloop in uw benen tijdens en na de operatie Daarna krijgt u de premedicatie voor de narcose. Dit zijn medicijnen waarvan u wat slaperig wordt, zodat u rustig naar de operatiekamer gaat. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer.

Ingreep

De uroloog heeft bij u een operatie voorgesteld waarbij de radicale chirurgie bij de man betrekking heeft op het verwijdering van de blaas, de prostaat, de urethra in enkele gevallen (plasbuis), vet en de lymfeklieren. Deze worden later onderzocht door de patholoog anatoom. Van een stuk dunne darm van ongeveer 60 cm. wordt een nieuwe blaas gemaakt. Deze wordt aangesloten op de urineleiders. In de urineleiders worden dunne slangetjes (splints) aangebracht. Deze worden in de nieuwe blaas achtergelaten en komen via de buikwand naar buiten. De urinebuis met daarin een blaaskatheter wordt aangesloten op de nieuwe blaas. Zo kan de urine het lichaam op een natuurlijke manier verlaten. Er wordt een supra pubische katheter achter gelaten in de nieuwe blaas. Dit is een katheter dat via een incisie via de buikwand, in de nieuwe blaas wordt ingebracht. Verder worden twee wond drains (zijn afvoerslangetjes) in het wondgebied ingebracht.

Al het weggenomen weefsel wordt in het laboratorium verder onderzocht (Pathologisch Anatomisch onderzoek).De uitslag van dit onderzoek krijgt u zodra deze bekend is van de uroloog.

Een voorwaarde voor deze operatie is dat de sluitspier van de blaas goed functioneert en dat de blaashals, plasbuis en de prostaat vrij zijn van tumor. Plassen gaat door middel van ontspanning van de bekkenbodem en buikpers. Dit wordt u aangeleerd samen met een fysiotherapeut.

Na de operatie

Na de operatie ontwaakt u op de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent, gaat u naar de PAZA afdeling voor een paar nachten ter observatie. Daar wordt u regelmatig gecontroleerd op bloeddruk, temperatuur, bloedverlies en de vitale functies. Kort na de operatie heeft u:

  • Een buikwond.
  • Infuus: om u vocht en eventueel medicijnen te kunnen toedienen.
  • Eén of twee wonddrains: dit zijn slangetjes om wondvocht af te voeren.
  • Een zuurstofslangetje in de neus.
  • Suprapubische blaaskatheter: deze zorgt ervoor dat de urine uit de blaas kan stromen. Er wordt een slangetje in de blaas geplaatst dat door de buikwand naar buiten komt.
  • Blaaskatheter: deze wordt geplaats via de urinebuis zodat de urine ook via deze weg het lichaam kan verlaten.
  • Twee uretersonden/ splints: deze lopen via de urineleiders naar de nieren. Eén in de linker nier en één in de rechter nier. Dit voor extra veiligheid zodat de urine ten alle tijden het lichaam kan verlaten.
  • Een maagsonde dit is een slangetje via de neus naar de maag. Deze slang zorgt ervoor dat de maagsappen worden afgevoerd zolang de darmen nog onvoldoende werken.
  • Een pijnpomp: met behulp van een slangetje in uw rug [epiduraal] krijgt U continue pijnstilling. Wanneer dit niet voldoende is dan kunt u zelf nog extra pijnstilling geven met behulp van een drukknopje. De arts komt dagelijks bij u langs om samen met u de pijnbeleving te besperken.

Terug op de afdeling

De verpleegkundige zal u de eerste dagen helpen bij de verzorging. Langzamerhand zult u steeds meer zelf kunnen doen.

Wonddrains en splints

De wonddrains worden op afspraak van de arts na een paar dagen, dagelijks een paar cm aangehaald tot dat deze eruit vallen. Splints worden op een later tijdstip verwijder, ongeveer na een tiental dagen.

Maagsonde

De maagsonde blijft een aantal dagen zitten en wordt verwijderd afhankelijk van de hoeveelheid maagsappen die wordt afgevoerd en de beweging(peristaltiek)van de darmen.

Pijnpomp

In overleg met u wordt in een paar dagen de pijnpomp afgebouwt door de anesthesie assistent. U krijgt daarna nog andere pijnmedicatie (meestal is dit paracetamol).

Katheters

Omdat de darm nog slijmen vormt, kan het zijn dat er een katheter kan verstoppen. Via de beide katheters kan er dan indien nodig gespoeld worden. Wanneer er geen lekkages zijn en na ongeveer 3 weken (dit wordt gecontroleerd door een röntgen onderzoek) wordt op afspraak van de arts eerst de gewone blaaskatheter en als laatste de suprapubische katheter verwijderd. U krijg ongeveer vanaf 2e dag na de operatie bekkenbodemspieroefeningen. De fysiotherapeut leert u deze bekkenbodemspieroefeningen om op een andere manier te leren plassen. Het kan zijn dat u in het begin nog wat incontinent bent. U krijgt dan zonodig een incontinentiemateriaal. De meeste patiënten worden na weken tot maanden weer terug continent.

Voeding

Darmrommelingen of wind laten, zijn signalen dat de darmwerking opnieuw op gang komt. Vaak is dit een lastige periode waarin buikkrampen en misselijkheid kunnen optreden. Zodra de darmen hun normale werking hervatten, wordt de maagsonde afgesloten en kunt u met lichte voeding (bouillon, beschuit) staten na advies van de arts.

Mobilisatie

Vanaf de dag na de operatie gaat u weer mobiliseren. Dagelijks wordt het activeringsschema verder uitgebreid . U zult bemerken dat het steeds beter gaat. Het is normaal dat u de eerste dagen, tijdens het mobiliseren pijn heeft. Dit komt door de operatie en de wond. Om trombose te voorkomen krijgt u dagelijks, gedurende de gehele opname, een injectie in de buik. De fysiotherapeut komt dagelijks bij u langs om ademhalingsoefeningen met u door te nemen. Na de operatie kunt u zich zwak en machteloos voelen. De ingreep vraagt namelijk veel van uw krachten, niet alleen lichamelijk, maar ook geestelijk.

Complicaties

  • De nieuwe blaas gemaakt van darm produceert veel slijm. Dit kan regelmatig tot verstopping leiden.
  • Plassen moet opnieuw aangeleerd worden door middel van buikpers en ontspannen van de bekkenbodem spieren. Het kan in het begin vaak leiden tot incontinentie, het ongewild verliezen van urine. De fysiotherapeut kan u helpen bij het aanleren hiervan door bekkenbodemspieroefeningen
  • Deze operatie geeft soms impotentie tot gevolg omdat de zenuwen die er voor zorgen dat u een erectie krijgt moeten worden verwijderd of worden beschadigd. Problemen kunnen later besproken worden met uw uroloog.
  • De urine kan terug naar de nieren gaan zodat dit een regelmatige nierbekkenontsteking kan geven
  • De urineleiders kunnen vernauwen zodat er een belemmering van de urine naar de blaas kan voordoen. Dit zorgt dan voor stuwing in de nier.
  • Doordat er aan de darm is geopereerd kan er door verklevingen een darmafsluiting plaatsvinden.
  • Doordat er een deel van de dunne darm is weggenomen kan er een stoornis in de stofwisseling van de voeding plaatsvinden en diarree veroorzaken.

Ontslag

Voordat u met ontslag gaat zal de arts u nog vertellen wat de uitslag is van het onderzoek van de weggenomen lymfeklieren. Na ongeveer 10 à 14 dagen mag u naar huis.

U krijgt mee:

  • Het incontinentie materiaal is vóór de operatie door de urologische oncologie verpleegkundige geregeld. Het incontinentiemateriaal wordt bij u thuis afgeleverd
  • Fysiotherapie machtiging zodat u thuis de bekkenbodemspieroefeningen kunt voortzetten ( wordt voor de operatie nog geregeld )
  • Poli afspraak voor de uroloog en bij de urologische oncologie verpleegkundige

Adviezen voor thuis

De eerste zes weken na de operatie moet u het rustig aan doen. U mag wel autorijden, maar niet fietsen, niet zwaar tillen, geen zwaar huishoudelijk werk (zoals stofzuigen) verrichten en niet baden of zwemmen in openbare gelegenheden. Na zes weken kunt u deze activiteiten weer langzaam opbouwen. In het algemeen kunnen er na een operatie, in combinatie met narcose,vermoeidheidsklachten optreden. De ernst van de vermoeidheid verschilt per persoon. U moet er rekening mee houden dat het een half jaar kan duren voordat u de conditie terug heeft van voor de operatie. U moet zich realiseren dat deze operatie zowel lichamelijk als geestelijk een grote belasting kan zijn.

Als u pijn heeft, kunt u paracetamol nemen, maximaal viermaal per dag één á twee tabletten van 500 mg. Paracetamol is verkrijgbaar bij iedere apotheek en drogist. Het wordt niet vergoed door de ziektekostenverzekeraars. Dagelijks 2 tot 2,5 liter vocht drinkt om de urineproductie te stimuleren en een goede afvoer te bevorderen.

Gevolgen voor de seksualiteit

Als gevolg van de operatie verandert het seksueel functioneren. Mannen kunnen ten gevolge van de operatie impotent worden. Er lopen namelijk zenuwen langs de prostaat die belangrijk zijn voor het krijgen van een erectie. In de praktijk is het erg lastig en niet altijd veilig, om deze zenuwen te sparen. Omdat de prostaat en de zaadblaasjes verwijderd zijn, treedt er geen zaadlozing meer op. Het blijft wel mogelijk om een orgasme te krijgen. Deze veranderingen hebben mogelijk veel invloed op uw lichamelijk en psychisch functioneren. Het is altijd mogelijk om over de veranderde seksualiteit te spreken met de uroloog. Praten over de veranderingen is vaak al een eerste stap om deze ingrijpende gebeurtenis te verwerken of om samen tot een oplossing te komen.

Bijzonderheden/complicaties

Contact opnemen met huisarts of specialist bij:

  • Onverklaarbare koorts die meerdere dagen aanhoudt.
  • Overmatig bloedverlies bij de urine.
  • Bij onverklaarbaar gewichtsverlies of aanhoudende moeheid.
  • Niet kunnen plassen.

Bij elke operatie bestaat het risico op infectie van de wond, ontstaan van trombose, longontsteking e.d.

Als u een blaasvervangende operatie heeft ondergaan is dat een ingrijpende gebeurtenis voor u zelf en uw omgeving. Het is dan ook begrijpelijk dat u vragen heeft na de operatie. Bespreek deze met uw uroloog en urologische oncologie verpleegkundige bij wie u onder controle blijft. Ook kunt u voor meer informatie terecht bij:

  • Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenverenigingen Churchillaan 11, 3527 GV Utrecht. Tel: 030 – 291 60 91 www.kankerpatient.nl

Vragen?

Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan kunt u tijdens kantooruren bellen met de polikliniek urologie. Wij zijn graag bereid uw vragen te beantwoorden.

ZorgSaam Ziekenhuis:

  • locatie De Honte Terneuzen        tel: 0115- 688340
  • locatie Antonius Oostburg           tel: 0117- 459373
  • locatie Liduina Hulst                     tel: 0114- 373020

Het Patiëntenportaal van ZorgSaam Ziekenhuis

Een online omgeving waar u als patiënt veilige toegang heeft tot een gedeelte van uw medisch dossier. In overleg met o.a. de medisch specialisten breiden we de onderdelen van het Patiëntenportaal stap voor stap uit. We verbeteren én vernieuwen, zodat u steeds meer mogelijkheden heeft. Krijgt u zorg van ons? Bezoek regelmatig het Patiëntenportaal om informatie in te zien.