Orthopedie; keuze uit:

a. LMWH

b. DOAC (voorkeur Rivaroxaban)

ad.a   LMWH

– Nadroparine 1x d.d. 5.700E sc. start > 6 uur post-operatief.

Duur:

  • Bij TKA    14 dagen, eventueel verlengen tot 28-35 dagen
  • Bij THA    14 dagen, eventueel verlengen tot 28-35 dagen

ad.b   DOAC

-Rivaroxaban 1x d.d. 10 mg oraal. Start 6-10 uur post-operatief  Bij klaring 10-30ml/min. 10 mg om de 2 dagen.

Duur:

  • Bij TKA     14 dagen, eventueel verlengen tot 28-35 dagen
  • Bij THA     14 dagen, eventueel verlengen tot 28-35 dagen

– Dabigatran: Eerste dosis 110 mg oraal. Start 1-4 uur post-operatief, verder met 1x d.d. 220mg

Duur:

  • Bij TKA    14 dagen, eventueel verlengen tot 28-35 dagen
  • Bij THA   14 dagen, eventueel verlengen tot 28-35 dagen

-Apixaban 1x d.d. 2.5 mg oraal. Start 6-10 uur post-operatief

Duur:

  • Bij TKA    14 dagen, eventueel verlengen tot 28-35 dagen
  • Bij THA    14 dagen, eventueel verlengen tot 28-35 dagen

GEEN Edoxaban!

Opname:

Orthopedie Chirurgie ivm heupfractuur

Voorkeur voor LMWH

– Nadroparine 1x d.d. 5.700E sc. start > 6 uur post-operatief.

* Duur:        28-35 dagen

Orthopedie artroscopie knie

Geef geen tromboseprofylaxe na een routinematige arthroscopie (dit geldt ook voor een routinematige voorstekruisband reconstructie) van de knie.

Overweeg tromboseprofylaxe met LMWH (zeven dagen) na een uitgebreidere ingreep dan hierboven beschreven.

  • Nadroparine 1x d.d. 5.700E sc. start > 6 uur post-operatief 7 dagen

Orthopedie gipsimmobilisatie

Overweeg om geen farmacologische tromboseprofylaxe aan patiënten met onderbeengips immobilisatie te geven.

Overweeg patiënten met een voorgeschiedenis van VTE, of met een uitgebreid trauma, te behandelen met farmacologische tromboseprofylaxe met LMWH.

  • Nadroparine 1x d.d. 5700E sc.

Preventie niet-chirurgische opname

Geef bij voorkeur geen tromboseprofylaxe bij opgenomen niet-chirurgische patiënten met een laag tromboserisico (zoals patiënten zonder of met slechts één risicofactor voor VTE of een Padua predictie score <4 (Bijlage 1)

Overweeg tromboseprofylaxe met anticoagulantia bij niet-chirurgische patiënten met een hoog tromboserisico, zoals patiënten met meerdere risicofactoren voor VTE of een Padua predictie score ≥4 (Bijlage 1). LMWH is hierbij het middel van eerste keus; het gebruik van fondaparinux is een alternatief.

  • Nadroparine 1x d.d.5700 e sc.

Overweeg geen tromboseprofylaxe te geven aan patiënten met een contra-indicatie voor medicamenteuze tromboseprofylaxe, zoals bij een bloeding of de aanwezigheid van meerdere risicofactoren voor bloeding (Bijlage 2).

Preventie chirurgische opname

Geef geen tromboseprofylaxe bij patiënten met een laag trombose-risico ingreep zonder bijkomende VTE risicofactoren. Overweeg tromboseprofylaxe met LMWH voor patiënten met een laag trombose-risico ingreep met bijkomende VTE risicofactoren (Bijlage 3 en 4)

  • Nadroparine 1x d.d.5700 e sc.

Overweeg tromboseprofylaxe met LMWH bij patiënten met een intermediair trombose-risico ingreep zonder bijkomende VTE risicofactoren. Geef tromboseprofylaxe met LMWH voor patiënten met een intermediair trombose-risico ingreep met bijkomende VTE risicofactoren (Bijlage 3 en 4)

  • Nadroparine 1x d.d.5700 e sc.

Geef tromboseprofylaxe met LMWH bij patiënten met een hoog trombose-risico ingreep. Overweeg bij deze patiënten een verlengde duur LMWH (bijvoorbeeld vier weken). Geef tromboseprofylaxe met LMWH met een verlengde duur voor patiënten met een hoog trombose-risico ingreep met bijkomende VTE risicofactoren (Bijlage 3 en 4).

  • Nadroparine 1x d.d.5700 e sc.

Geef intermitterende mechanische compressie (IPC) of elastische compressie (ES) tromboseprofylaxe bij patiënten met een contra-indicatie voor tromboseprofylaxe met LMWH (zoals hoog risico op majeure bloedingscomplicatie of ernstige gevolgen bij een bloeding). Er is een lichte voorkeur voor IPC, omdat ES geassocieerd lijkt met een verhoogd risico op huidcomplicaties. (Bijlage 3).