Soms is aanvullend onderzoek nodig om tot een diagnose te komen. Meestal is dit één of meer van de volgende onderzoeken:

  • Een röntgenfoto of CT-scan van het hart en longen;
  • Een echo van het hart;
  • Als er blijvende pijn op de borst is, kan de patiënt naar het Cardiologisch Interventie Centrum (CIC) worden gebracht. Dit voor hartkatheterisatie en/of dotterbehandeling.

Zodra de diagnose is gesteld, bepaalt de cardioloog op welke afdeling de patiënt wordt opgenomen. Wanneer de toestand van de patiënt stabiel is, gaat die naar verpleegafdeling cardiologie (A1).

Afdeling Hartbewaking is ook voorzien van camera’s. Deze worden alleen ingezet voor de veiligheid van de patiënt. Als we gebruik maken van camerabewaking vertellen we dit tegen de patiënt en/of de familie. De beelden worden niet opgenomen.