Ik kreeg een uitnodiging om een tour te gaan doen met de duofiets. Dat leek me wel wat en heb het gelijk gedaan.

Dat was geweldig prachtig. We reden meteen de polder in. Wat een belevenis was dat. Zeker na zolang binnen te hebben gezeten. Wat prachtig zijn onze polders! Wat een verscheidenheid aan groen. Het vraagt gewoon om te kijken! Zo mooi! Eerlijk, het overviel mij. Kijk daar, de gerst begint al een beetje geel te worden en daar weer een andere kleur van uien en mais. Jammer dat er nog percelen braakliggen door de vele regen.

En dan onze polderdijken met hun machtige bomen. Kijk daar een buizerd, ginder nog een, waarschijnlijk op zoek naar hun avondmaal. Het eerste wat je ziet zijn de boerderijen, netjes onderhouden. Daar zie je een boerderij verscholen tussen de bomen en struiken. Wat een idylle! Af en toe wordt de immense stilte onderbroken door een auto of een tractor. Een handjevol druppels heette ons welkom en er was even een straaltje zon.

Beste lezers het is wat lyrisch misschien maar zo beleefde ik dit moment. En dan de Schelde, de rivier in onze achtertuin. Deze heeft dikwijls kommer en kwel gebracht. Maar ik sta erbij met ontzag. Kijk eens naar die schepen! Hoe blijven ze drijven? Even naar beneden gluren, dan zie ik weer prachtige dieren, waterbuffels. Hoe rijm je dit bij elkaar schepen en deze bewoners van het schor?

Ik vroeg aan ons gezelschap-twee begeleiders en nog een gast: ‘Weten jullie wel hoe rijk wij zijn?” Even waren ze stil en dan “verdorie, ja niet aan gedacht”.

Jongens dit is allemaal van ons, niks Nederland, maar van het trotse Zeeuws Vlaanderen. Kom je thuis en bedank ik de mannen die hun vrij tijd hebben opgeofferd voor jou. Kerels bedankt! Als je het wilt zien, dan hebben we veel te bedanken! Bijvoorbeeld de dames en heren van de zorg en van de dagbesteding.

Meneer Burggrave, bewoner De Blaauwe Hoeve in Hulst