Wat is zwangerschapsdiabetes?

Zwangerschapsdiabetes wordt ook wel diabetes gravidarum of zwangerschapssuiker genoemd en is meestal een tijdelijke vorm van diabetes (suikerziekte). Het wordt ontdekt tijdens de zwangerschap en verdwijnt in de meeste gevallen weer na de bevalling.
U heeft vervolgens wel een groter risico op het ontwikkelen van diabetes mellitus type 2 (suikerziekte) in de eerste jaren na de zwangerschap en/of op latere leeftijd. Het advies is dan ook om in de eerste vijf jaar na een zwangerschap met zwangerschapsdiabetes jaarlijks bij de huisarts de bloedglucose te laten controleren. Daarna volstaat 1 maal per 3 jaar. 

Het risico op het krijgen van zwangerschapsdiabetes is groter:

  • Wanneer het vorige kind bij de geboorte zwaarder was dan 4500 gram en/of P95; 
  • Als diabetes voorkomt bij eerstegraads familieleden (bijv. ouders, broer/zus, kind); 
  • Bij een onverklaarde IUVD (intra-uteriene vruchtdood) in de voorgeschiedenis;  
  • Bij overgewicht (BMI >30 kg/m2);  
  • Indien Polycysteus-Ovarium-Syndroom (PCOS) in de voorgeschiedenis; 
  • Bij bepaalde etnische achtergrond (Zuid-Aziatisch, Hindoestaans, Afro-Caribisch, vrouwen afkomstig uit het Midden-Oosten of Noord Afrika).  

Hoe ontstaat zwangerschapsdiabetes? 

Tijdens de zwangerschap verandert de stofwisseling van de moeder. Het lichaam heeft hierdoor behoefte aan meer insuline. De ‘zwangerschapshormonen’ zorgen ervoor dat het lichaam tijdelijk minder goed reageert op insuline. Insuline is een hormoon dat aangemaakt wordt door de alvleesklier en speelt een belangrijke rol bij de regulatie van de bloedglucosewaarde. Insuline is nodig om glucose in de cellen toe te laten, waar het als brandstof dient. Bij zwangerschapsdiabetes kan glucose de cel niet (voldoende) in en blijft in het bloed. De bloedglucose wordt hierdoor te hoog. U merkt hier vaak niets van. Deze bloedglucose passeert wel de placenta en komt zo bij het ongeboren kind terecht.

Gevolgen 

Bij een te hoge bloedglucose gaat een deel van de glucose via de placenta naar het kind. Daardoor kan het kind zwaarder worden dan normaal (macrosomie). Problemen die vaker voorkomen bij macrosomie zijn moeizame geboorte van de schouders van de baby (schouderdistocie), een groter risico op een kunstverlossing (gebruik van vacuümpomp of keizersnede), optreden van een nabloeding of het inscheuren van het perineum. Om de kans op macrosomie en deze problemen zo klein mogelijk te houden, is het belangrijk dat zwangerschapsdiabetes wordt behandeld middels voedingsadviezen en/of medicatie. 

Indien medicatie nodig is om uw zwangerschapsdiabetes te behandelen en/of de bloedsuikers onvoldoende onder controle zijn, wordt eerder inleiden aanbevolen. 

Indien de baby toch zwaarder dan normaal wordt geschat, kan men overwegen om eveneens te kiezen voor eerder inleiden van de bevalling om deze problemen te voorkomen. Over het algemeen zal de inleiding dan plaatsvinden tussen 38 en 39 weken zwangerschapsduur. Op de lange termijn hebben zowel moeder als kind meer kans op het ontwikkelen van diabetes type 2.  

Screeningsbeleid 

In het eerste trimester wordt bij alle zwangere vrouwen een screening gedaan van de glucose nuchter middels een bloedafname (intake lab).  

Indien deze waarde afwijkt of er in een eerdere zwangerschap zwangerschapsdiabetes is vastgesteld, wordt er bij 16 weken zwangerschap een orale glucosetolerantie test (OGTT, ook wel suikerwatertest) gedaan. Deze OGTT kan ook bij 26 weken zwangerschap gedaan worden op basis van de hierboven benoemde risicofactoren. Indien uw baby bij onderzoek en/of echografie zwaarder dan normaal wordt ingeschat of als er veel vruchtwater aanwezig is, kan de OGTT ook aangeboden worden. 

Werkwijze OGTT 

Wanneer u een OGTT moet laten uitvoeren, zijn de onderstaande zaken belangrijk; 

  • U mag voor de test 12 uur niet gegeten of gedronken hebben;
  • U mag niet roken gedurende de test; 
  • De volledige test dient in rust te gebeuren; 
  • U moet rekening houden dat de test ruim 2 uur tijd in beslag neemt; 
  • Ook is het belangrijk dat u iets te eten meeneemt voor na de test. 

Glucosewaarden OGTT

Bij 75 gram glucose belasting worden onderstaande grenzen gehanteerd: 

  • Glucose nuchter ≤ 7.0 mmol/l 
  • Glucose 2 uur na het drinken van 75 gram glucose ≤ 7.8 mmol/l 

Bij minstens één afwijkende waarde is er sprake van diabetes gravidarum. 

Behandeling bij de vaststelling van zwangerschapsdiabetes 

Gedurende uw hele zwangerschap zal u regelmatig contact hebben met de diabetesverpleegkundige. Allereerst krijgt u uitleg over het ziektebeeld zwangerschapsdiabetes. Daarnaast krijgt u van de diabetesverpleegkundige instructies over het zelf prikken van uw bloedglucose met een eigen bloedglucosemeter. Deze waarden zullen wekelijks geëvalueerd worden.  

Verder bestaat de behandeling van zwangerschapsdiabetes uit een voedingsadvies. Hiervoor gaat u langs bij de diëtist. Hier krijgt u een persoonlijk voedingsadvies om uw bloedglucosewaarden te optimaliseren. Wanneer de bloedglucose na het aanpassen van de voeding nog te hoog is, is het mogelijk dat u tijdelijk medicatie of insuline moet gaan gebruiken. 

De behandeling van zwangerschapsdiabetes heeft als doel: 

  • Een zo normaal mogelijk gehalte aan glucose in het bloed. We streven naar een bloedglucosewaarde: nuchter ≤ 5,3 mmol/l en 2 uur na de maaltijd ≤ 6,7 mmol/l; 
  • Een zo normaal mogelijke groei van uw kind; 
  • Een normale gewichtstoename tijdens de zwangerschap; 
  • Streven naar een gezonde voedselinname tijdens, maar ook na de zwangerschap. 

Controle van de glucose in het bloed 

Controle van de glucose in het bloed gebeurt aan de hand van een glucosedagcurve. U controleert thuis de bloedglucose met behulp van vingerprikken. De diabetesverpleegkundige leert u hoe u dit moet doen. U controleert de bloedglucose op 2 willekeurig gekozen dagen. Belangrijk is dat u voor elke controle van de bloedglucose uw handen wast met water en zeep of de eerste bloeddruppel wegveegt. Daarnaast is het belangrijk dat u op de juiste tijdstippen controleert. Hieronder staat in stappen weergegeven hoe u op de juiste manier uw bloedglucose controleert:  

Stappenplan 

Bron: Hazenveld, S. (z.d.)

U prikt op de door u gekozen dag op de volgende momenten de glucose:

  • Voor het ontbijt, de “nuchtere” bloedglucose
  • 2 uur na beëindiging van het ontbijt
  • 2 uur na beëindiging van de lunch
  • 2 uur na beëindiging van het avondeten
  • Vlak voor het slapen gaan.

Vervolgens noteert u deze waarden in het glucosedagboekje dat u van de diabetesverpleegkundige hebt meegekregen. Het dagboekje dient op onderstaande manier ingevuld te worden:

Toelichting afkortingen
Nuchter = voor het ontbijt
N.O. = na ochtendmaaltijd
V.M. = voor middagmaaltijd
N.M. = na middagmaaltijd
V.A. = voor avondmaaltijd
N.A. = na avondmaaltijd
V.S. = voor slapen

Hierbij wordt gestreefd naar de volgende waarden:
Nuchter: lager dan 5,3 mmol/L
Twee uur na de maaltijd: lager dan 6,7 mmol/L.

Op zondagavond geeft u de waarden van uw glucose via de e-mail door aan de diabetesverpleegkundige. Dit kan via: diabetes@zzv.nl
U blijft de gehele zwangerschap tot aan de bevalling 2 maal per week deze controles uitvoeren, tenzij anders aangegeven.

Na de bevalling

Na de bevalling is de zwangerschapsdiabetes vrijwel altijd meteen over en kunt u stoppen met het dieet of de medicatie. De baby wordt nog wel extra gecontroleerd na de bevalling. Als u insuline gebruikt of uw baby een te hoog gewicht heeft, kan de glucosespiegel van uw baby na de geboorte snel dalen. Dit komt doordat de baby gewend is aan een grote hoeveelheid glucose. Deze zet hij/zij snel om met behulp van insuline. Na de geboorte stopt de toevoer van glucose ineens maar is de insuline die de baby zelf maakt daar (nog) niet op ingesteld. Dit kan zorgen voor gevaarlijke lage bloedsuikerspiegels bij de baby. Na de geboorte wordt daarom de glucosespiegel van uw baby meerdere keren gemeten. Als deze te laag is, zal er eerst geprobeerd worden om uw baby te voeden. Bij onvoldoende effect krijgt uw baby een glucose infuus om te lage bloedsuikers te voorkomen.

Wanneer u in een eerdere zwangerschap zwangerschapsdiabetes heeft gehad, heeft u al vroeg in een volgende zwangerschap een verhoogd risico op het opnieuw ontwikkelen van zwangerschapsdiabetes. Er wordt daarom aanbevolen om in een volgende zwangerschap bij een zwangerschapsduur van 16 weken te laten onderzoeken of u weer zwangerschapsdiabetes heeft.

Voeding

Het glucosegehalte in uw bloed wordt onder andere beïnvloed door uw voeding. De glucose in het bloed is afkomstig van de koolhydraten in uw voeding. Koolhydraten uit de voeding worden in ons lichaam omgezet in glucose. Koolhydraten is de verzamelnaam voor de verschillende soorten suikers en zetmeel. Het zijn de belangrijkste brandstoffen voor het lichaam. Koolhydraten komen onder andere voor in:

  • Aardappelen, macaroni, spaghetti (zetmeel)
  • Brood, beschuit, crackers (zetmeel)
  • Graanproducten, zoals rijst, mais, haver (zetmeel)
  • Peulvruchten, zoals witte en bruine bonen (zetmeel)
  • Fruit, vruchtensap (vruchtensuiker)
  • Melk, yoghurt, kwark (melksuiker)
  • Vla, pudding, vruchtenyoghurt (suiker/melksuiker/zetmeel)
  • Koek, ontbijtkoek, gebak (suiker/zetmeel)
  • Suiker, honing, zoet broodbeleg, limonade, snoep (suiker)

Tijdens de zwangerschap is het niet de bedoeling om de hoeveelheid koolhydraten in uw voeding te beperken. Het zijn namelijk de belangrijkste brandstoffen voor het lichaam. Om uw bloedglucosegehalte zo goed mogelijk te houden, is het vooral belangrijk dat u de koolhydraten zoveel mogelijk over de dag verspreidt. Verdeel uw maaltijden gelijkmatig over de dag en sla geen maaltijden over. Het is dus verstandig om gebruik te maken van 3 hoofdmaaltijden en 3 tussendoortjes. Hierbij raden we aan om bij de hoofdmaaltijd 45 gram koolhydraten te gebruiken en bij de tussendoortjes 15 gram. Houd ongeveer 2 uur tussen de verschillende eetmomenten aan. Op deze manier komt er steeds een kleine hoeveelheid glucose in het bloed en voorkomt u pieken in de bloedglucosewaarden.

Bron: de Backer, G. & Feryn, M. (2020)

Adviezen

  • Beperk het gebruik van suiker en suiker bevattende voedingsmiddelen zoals zoet broodbeleg, vruchtensap, frisdrank, koek, snoep, ijs, chocolade, chips, vla en vruchtenyoghurt.
  • Drink bij voorkeur water of thee zonder suiker. Bij behoefte aan zoet kunt u eventueel zoetstoffen gebruiken zoals bijvoorbeeld een light-frisdrank. Zoetstoffen zijn niet schadelijk voor het kind.
  • Kies voor zoveel mogelijk volkoren producten, zoals volkorenbrood, zilvervliesrijst en volkoren pasta. Deze producten bevatten extra veel vezels en zorgen ervoor dat de koolhydraten langzamer worden opgenomen. Hierdoor zal de bloedsuiker minder snel stijgen en stabieler zijn.
  • Gebruik geen alcoholische dranken. Dit in verband met de zwangerschap maar alcohol zorgt ook voor een verhoging van de bloedglucose.
  • Vermijd cafeïne houdende producten zoals koffie (max. 2 kopjes), cola en chocolade
  • Stop met roken, dit kan namelijk schadelijke gevolgen hebben voor de baby.

Vitaminen en mineralen

  • Gebruik een supplement met 10 microgram vitamine D per dag
  • Gebruik een supplement met 400 microgram foliumzuur per dag vanaf ten minste vier weken voorafgaand aan de bevruchting tot de tiende week van de zwangerschap
  • Eet voldoende ijzerrijke producten zoals vlees, kip, noten, groene groenten
  • Eet voldoende jodiumrijke producten zoals brood, zuivelproducten en eieren
  • Eet voldoende calciumrijke producten zoals zuivelproducten en graanproducten.

Voorbeelden tussendoortjes

  • Stuk fruit
  • Snackgroente, zoals paprika/komkommer/tomaat/wortel
  • Handje ongezouten noten
  • Glas melk/karnemelk
  • Schaaltje naturel yoghurt of kwark
  • Volkoren boterham of volkoren cracker met hartig beleg
  • Gekookt ei

Voorbeeld dagmenu

Beweging

Naast het eten van gezonde voeding is ook bewegen een essentieel onderdeel van de behandeling van zwangerschapsdiabetes. Door iedere dag voldoende te bewegen zal uw glucosegehalte lager worden. Hierbij wordt aangeraden om minimaal 30 minuten per dag te bewegen. Dit kan eventueel ook opgesplitst worden in 2×15 minuten. U kunt hierbij denken aan wandelen, fietsen, zwemmen, etc. Kijk vooral wat voor u haalbaar is.

Invloed van stress en/of ziekte

Bij stress en/of ziekte komen er extra hormonen vrij in je lichaam. De chronische verhoging van stresshormonen zorgt er waarschijnlijk voor dat het lichaam minder goed reageert op insuline. Daardoor kan de bloedsuikerspiegel van slag raken. Probeer stress te voorkomen door regelmatig te ontspannen. Dit kan op allerlei manieren zoals buiten wandelen of fietsen, muziek/podcast luisteren, boek lezen, een warm bad of douche nemen, etc.

Meer informatie

Heeft u vragen of wilt u meer informatie dan kunt u contact opnemen met uw verloskundige, gynaecoloog, diëtist of diabetesverpleegkundige.

Afdeling Diëtetiek                             Diabetespoli   
Tel: 0115-688262                              Tel: 0115-688188
E-mail: dietist@zzv.nl                        E-mail: diabetes@zzv.nl

Afdeling Verloskunde                      Afdeling Gynaecologie
Tel: 0115-688442                               Email: polivrouwenartsen@zzv.nl
Email: verloskundigen@zvv.nl

Voor meer informatie over het gebruik van bepaalde producten tijdens uw zwangerschap verwijzen wij u graag door naar de app ZwangerHap van het Voedingscentrum.

Heeft u behoefte aan extra uitleg, dan verwijzen wij u graag door naar onderstaande website. Hier kunt u uitlegvideo’s terugvinden waarbij alle informatie mondeling en met behulp van plaatjes wordt uitgelegd. De video’s worden aangeboden in het Nederlands, Turks en Marokkaans-Arabisch.

Informatie op verloskundig gebied kunt u vinden op:

Bronvermelding

September 2022

Het Patiëntenportaal van ZorgSaam Ziekenhuis

Een online omgeving waar u als patiënt veilige toegang heeft tot een gedeelte van uw medisch dossier. In overleg met o.a. de medisch specialisten breiden we de onderdelen van het Patiëntenportaal stap voor stap uit. We verbeteren én vernieuwen, zodat u steeds meer mogelijkheden heeft. Krijgt u zorg van ons? Bezoek regelmatig het Patiëntenportaal om informatie in te zien.