U heeft met uw pijnarts of pijnconsulent afgesproken dat u voor de pijnklachten een triggerpoint behandeling zult ondergaan. In deze folder vindt u informatie over de therapie, mogelijke complicaties en de resultaten van de behandeling.

Werkwijze

De meest effectieve behandeling bestaat uit een injectie in het triggerpoint. Hierbij spuiten we een lokaal verdovingsmiddel in met of zonder een ontstekingsremmend hormoon  (corticosteroïd: Kenacort). De gedachte achter deze behandeling is het doorbreken van de vicieuze pijncirkel.

Bijwerkingen

  • Door de corticosteroïden injectie kunnen bij vrouwen opvliegers optreden en kan de menstruatie korte tijd verstoord zijn.
  • Er bestaat een zeer geringe kans op verminderde betrouwbaarheid van orale anti-conceptie (‘de pil’) gedurende een menstruatiecyclus.
  • Patiënten met suikerziekte die insuline gebruiken, merken na toediening van de injectie soms dat hun bloedsuikers gedurende enkele dagen verhoogd zijn.
  • Ten gevolge van de injectie kan er enige napijn optreden, die enkele dagen kan aanhouden. U kunt hiervoor een pijnstiller innemen zoals paracetamol. Volg voor de dosering altijd de aanwijzingen in de bijsluiter.

Resultaat

Het resultaat van de behandeling is pas na enkele dagen tot weken te beoordelen; in een aantal gevallen zal een herhaling of een aanvullende behandeling noodzakelijk zijn. Tijdens een controle afspraak zal de pijnconsulent of de pijnarts het resultaat en mogelijke verdere behandeling met u bespreken.

Let op!

  • Informeer uw arts of verpleegkundige vóór de behandeling over een (mogelijke) zwangerschap.
  • Meld eventuele allergie voor jodium, contrastvloeistof of medicijnen vóór de ingreep plaatsvindt.
  • De dag van de behandeling mag u niet actief aan het verkeer deelnemen. Door de toegediende medicatie kan uw reactievermogen verminderd zijn. Zorgt u ervoor dat iemand u naar huis brengt.
  • Als u antistollingsmiddelen (bloedverdunners) gebruikt (zoals Sintrom, Marcoumar of Acenocoumarol) waarvoor controle bij de trombosedienst noodzakelijk is, moet u hier (in overleg met uw trombosedienst) voor de behandeling mee stoppen.
  • Als u bloedverdunners gebruikt buiten de trombosedienst om, zoals Ascal, Acetylsalicylzuur of Plavix, dan zal uw behandelaar u vertellen of er medicatie gestopt moet worden.
  • Als de behandeling met de injectie in uw onderrug heeft plaatsgevonden, bestaat de kans op tijdelijk krachtverlies in uw benen. Dit komt door de verdovende werking van de medicijnen uit de injectie. Houd hier rekening mee als u begint te lopen. Maak zo nodig gebruik van een rolstoel om bij de auto te komen. Het gevoel van krachtverlies houdt meestal enkele uren aan, daarna verdwijnt het langzaam en functioneren uw beenspieren weer als voor de behandeling.

Vragen

Bij vragen of problemen kunt u contact opnemen met de pijnpoli, telefoonnummer 0115 – 688484 of email: pijnpoli@zzv.nl

Het Patiëntenportaal van ZorgSaam Ziekenhuis

Een online omgeving waar u als patiënt veilige toegang heeft tot een gedeelte van uw medisch dossier. In overleg met o.a. de medisch specialisten breiden we de onderdelen van het Patiëntenportaal stap voor stap uit. We verbeteren én vernieuwen, zodat u steeds meer mogelijkheden heeft. Krijgt u zorg van ons? Bezoek regelmatig het Patiëntenportaal om informatie in te zien.